Operation Manual

5. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
154
Toepasbare modi:
U kunt de scherpstelling en de helderheid van de positie die u aangeraakt heeft
optimaliseren.
1
Selecteer het menu. (P63)
2
Raak het onderwerp aan waarvoor u de
helderheid wilt optimaliseren.
Het instellingenscherm van de AF-zone wordt
weergegeven. (P151)
De positie voor de optimalisering van de helderheid
wordt op het midden van de AF-zone weergegeven. De
positie volgt de beweging van de AF-zone.
De [Meetfunctie] wordt op [ ] gezet, die uitsluitend voor Touch AE gebruikt wordt.
Als u [Reset] aanraakt, worden de optimaliseringspositie van de helderheid en de
AF-zone naar het midden teruggezet.
3
Raak [Inst.] aan.
De AF-zone met dezelfde functie als [Ø] wordt op de aangeraakte positie
weergegeven.
Door [ ] aan te raken, wordt [Meetfunctie] teruggezet op de oorspronkelijke instelling
en wordt de optimaliseringspositie van de helderheid geannuleerd. Ook de instelling
van AF-zone wordt geannuleerd.
Door [ ] aan te raken, wordt [Meetfunctie] op de oorspronkelijke instelling teruggezet
en wordt de optimaliseringspositie van de helderheid geannuleerd.
Optimaliseren van het brandpunt en de helderheid van een aangeraakte
positie
> [Voorkeuze] > [Touch inst.] > [Touch AF] > [AF+AE]
Als de achtergrond te helder geworden is, enz., kan
dit contrast met de achtergrond bijgesteld worden
door de belichting te compenseren.
MENU
5HVHW
ュリヴヱハ
,QVW
AE