Operation Manual

287
11. Gebruik van de Wi-Fi/NFC-functie
Als de camera met Wi-Fi verbonden is, kunt u op [Wi-Fi] drukken en de volgende
handelingen verrichten:
¢1 Deze items worden niet weergegeven als u het weergegeven beeld naar een webdienst
stuurt door op
4 (P317) te drukken.
¢2 Dit wordt niet weergegeven als de bestemming van [Op afstand opnemen en weergeven],
[Weergeven op tv] of [Afbeeldingen versturen van camera] op [Printer] gezet is.
[Verbinding beëindigen] Eindigt de Wi-Fi-verbinding.
[Doelapparaat wijzigen]
¢1
Eindigt de Wi-Fi-verbinding en stelt u in staat om een
andere Wi-Fi-verbinding te kiezen.
[Instellingen wijzigen voor
versturen]
¢2
Raadpleeg P309 voor details.
[Huidig apparaat in favorieten
registreren]
¢1
Als u de huidige bestemming van de verbinding of de
verbindingsmethode registreert, kunt u de volgende keer
de verbinding gemakkelijk tot stand brengen met dezelfde
verbindingsmethode.
[Netwerkadres] Toont het MAC-adres en het IP-adres van dit toestel.