Operation Manual

309
11. Gebruik van de Wi-Fi/NFC-functie
Door op [DISP.] te drukken nadat een verbinding tot stand gebracht is, kunt u de
instellingen voor het versturen veranderen, zoals de beeldgrootte voor het versturen.
¢1 Alleen beschikbaar wanneer de bestemming op [Webservice] gezet is.
¢2 Alleen beschikbaar wanneer de bestemming op [PC] gezet is.
¢3 Alleen beschikbaar wanneer de bestemming op [Cloud-synchr. service] of [Webservice]
gezet is.
¢4 Alleen beschikbaar wanneer de bestemming op [Cloud-synchr. service] gezet is.
Veranderen van de instellingen om beelden te versturen
[Grootte]
Grootte aanpassen van het te versturen beeld.
[Origineel]/[Automatisch]
¢1
/[Wijzig]
Als u [Automatisch] selecteert, zal het beeldformaat bepaald worden
door de omstandigheden op de bestemming.
U kunt de beeldgrootte voor [Wijzig] selecteren door te kiezen tussen
[M], [S] of [VGA].
De beeldverhouding verandert niet.
[Bestandsindeling]
¢2
[JPG]/[RAWiJPG]/[RAW]
[Locatiegeg.
wissen]
¢3
Kies of u de locatie-informatie wenst te wissen van de beelden voordat
u deze verstuurt.
[ON]: Wis de locatie-informatie, dan versturen.
[OFF]: Houd de locatie-informatie en verstuur.
Deze handeling wist alleen de locatie-informatie van de beelden die
ingesteld staan om verzonden te worden.
(De locatie-informatie zal niet gewist worden van de originele
beelden die opgeslagen zijn in dit apparaat.)
[Cloudbeperking]
¢4
U kunt selecteren of u beelden wilt versturen wanneer de Cloud Folder
geen ruimte meer over heeft.
[ON]: Beelden niet versturen.
[OFF]: Wis beelden vanaf de oudste, stuur vervolgens nieuwe
beelden.