Operation Manual

3. Opnamemodussen
86
(±: mogelijk, : niet mogelijk)
1
Zet de modusknop op [¦].
De camera zal schakelen naar ofwel de meest recentelijk
gebruikte van de Intelligente Automatische Functie ofwel
Intelligente Automatische Plusfunctie.
2
Lijn het scherm uit met het onderwerp.
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert,
wordt de icoon van de scène in kwestie in het blauw
gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert
naar zijn gewoonlijke rode kleur. (Automatische
scènedetectie)
Automatisch werkende functies
De volgende functies worden automatisch uitgevoerd om het toestel in staat te stellen optimale
instellingen tot stand te brengen.
Scènedetectie
Compensatie van de achtergrondverlichting
[Gezicht/ogen detecteren]
Automatische witbalans
Intelligente regeling ISO-gevoeligheid
[Rode-ogencorr]
[I.resolutie]
[Int.dynamiek]
[Lang sl.n.red]
[Schaduwcomp.]
[Diffractiecompensatie]
[Quick AF]
[AF ass. lamp]
Intelligent Auto Plus
modus
Intelligent Auto modus
Instellen van de
helderheid (Belichting)
±
Instellen van de
kleurtoon
±
Defocus Control ±±
Menu's die ingesteld
kunnen worden
Raadpleeg P93 voor details.