Operation Manual
3. Opnamemodussen
90
Opnamefunctie:
De wazigheid van de achtergrond kan gemakkelijk ingesteld worden terwijl u het
beeldscherm controleert.
1
Druk op [Fn7] om het instellingenscherm weer te geven.
A Functieknop [Fn7]
2 Stel de wazigheid in door aan de modusknop op de
achterkant te draaien.
•
Als u op [MENU/SET] drukt, kunt u terugkeren naar het opnamescherm.
∫ Als het aanraakscherm gebruikt wordt
1 Raak [ ] aan.
2 Raak [ ] aan om het instellingenbeeldscherm te laten
weergeven.
3
Versleep de belichtingsmeter om de wazigheid in te stellen.
• Als u op [MENU/SET] drukt, kunt u terugkeren naar het
opnamescherm.
• Door op het scherm voor de instelling van de wazigheid op [Fn7] te drukken zal de instelling
gewist worden.
• In de Intelligent Auto modus ( of ) wordt Auto Focusmodus op [Ø] gezet.
De positie van de AF-zone kan ingesteld worden door het scherm aan te raken (de grootte van
de zone kan niet veranderd worden).
• Al naargelang de gebruikte lens kan een lensgeluid gehoord worden als Defocus Control
gebruikt wordt. Dit komt door de opening van de lens en duidt niet op een storing.
• Al naargelang de gebruikte lens kan het werkgeluid van Defocus Control opgenomen worden
tijdens het opnemen van een video, als deze functie gebruikt wordt.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
Al naargelang de gebruikte lens, kan het zijn dat Defocus Control niet werkt.
Raadpleeg de website voor compatibele lenzen.
Foto's maken met een wazige achtergrond (Defocus Control)
Sterke defocus Zwakke defocus
A
SS
SS
SS
F
F
250500
4.0 5.6 8.0
3060125
AE