Operation Manual

Overige
137
VQT1G34
De lensmontering niet naar beneden toe
leggen. Zorg ervoor dat de contacten van
de lensmontering 1 niet vuil worden.
Batterij
De batterij is een oplaadbare
lithium-ionbatterij.
De stroom wordt opgewekt door de
chemische reactie in de batterij. Deze
reactie wordt beïnvloed door de
temperatuur en de vochtigheid. Door te
hoge of te lage temperaturen gaan
batterijen minder lang mee.
Verwijder de batterij als u het toestel
niet meer gebruikt.
Opgeladen reservebatterijen meenemen
wanneer u op stap gaat.
U dient eraan te denken dat de
levensduur van de batterijen korter wordt
bij lage temperaturen zoals op skipistes.
Als u op reis gaat, vergeet dan niet de
batterijlader in te pakken (meegeleverd)
zodat u de batterij kunt opladen tijdens uw
reis.
Als u de batterijen per ongeluk laat
vallen, controleert u of de batterijen en
de aansluitingen beschadigd zijn.
Door een beschadigde batterij in het
toestel te doen zal het toestel stukgaan.
Onbruikbare batterijen weggooien.
Batterijen hebben een beperkte
levensduur.
Batterijen niet in open vuur gooien, dit kan
ontploffing veroorzaken.
De batterijaansluitingen niet aanraken
met metalen voorwerpen (zoals
kettingen, haarpinnen, enz.).
Dit kan kortsluiting of hitte veroorzaken en
u zou uzelf ernstig kunnen verbranden als
u de batterij aanraakt.
Oplader
Als u een batterijoplader vlak bij een radio
gebruikt, kan dit de radio-ontvangst
storen.
Houd de oplader 1 m of verder weg van
de radio.
Wanneer de oplader in gebruik is, kan hij
zoemgeluiden maken. Dit is echter geen
storing.
Na gebruik, ervoor zorgen de AC-kabel
los te koppelen van de elektrische uitlaat.
(Een maximum van ongeveer 0,1 W wordt
gebruikt als u deze verbonden laat.)
Houdt de aansluiting van de oplader
schoon.
Kaart
De kaart niet op plaatsen met een hoge
temperatuur bewaren, waar makkelijk
elektromagnetische golven of statische
elektriciteit opgewekt kunnen worden,
of op plaatsen die blootgesteld zijn aan
direct zonlicht.
De kaart niet plooien of laten vallen.
De kaart kan beschadigd worden of de
opgenomen inhoud zou beschadigd of
uitgewist kunnen worden.
De kaart in de kaarthoes of het zakje
doen na gebruik en wanneer u de kaart
opslaat of vervoert.
Laat de kaart niet vuil worden en zorg
ervoor dat er geen vuil, stof of water op de
aansluitingen achterop de kaart komen.
Raak de aansluitingen niet aan met uw
vingers.
Wanneer u het toestel niet gebruikt
gedurende een lange tijdsperiode
De batterij in een koele en droge plaats
met een relatief stabiele temperatuur
opbergen.
[Aanbevolen temperatuur:
15 oC tot 25 oC,
Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60%]
L10KDUT.book 137 ページ 2007年9月6日 木曜日 午前10時7分