Operation Manual
Table Of Contents
- Informatie voor uw veiligheid
- Accessoires
- Namen van onderdelen
- Beknopte handleiding
- Over de batterijen
- Inbrengen/verwijderen van de Batterijen/Kaart (Optioneel)
- Over het interne geheugen/de kaart
- De klok instellen (De camera voor het eerst inschakelen [AAN])
- Basisprincipes van Functie en Menu
- Basisinstellingen (Setup menu)
- Makkelijk foto's nemen
- Overlaten aan de camera ( slimme modus)
- Foto's nemen met de gewenste instelling ( Normale foto-modus)
- Foto’s nemen met de zoom
- Weergeven van foto’s (Q Normale weergavemodus)
- Foto’s wissen
- Het LCD-scherm
- Foto’s nemen met de ingebouwde flitser
- Close-ups nemen (AF w Macro-opname)
- Foto’s nemen met de zelfontspanner
- De belichting compenseren
- Auto Bracket-opname
- Scènemodus
- Bewegend beeldmodus
- Vakantiedatumopname
- De tijd op de reisbestemming weergeven
- Werken met het [OPNAME] modusmenu
- Meerdere schermen weergeven (Multi-weergave)
- Foto’s weergeven op opnamedatum ( KALENDER)
- Zoomweergave gebruiken
- Beelden automatisch weergeven (a Diashow)
- Zoeken op opname-informatie ( Categorieweergave)
- Favoriete beelden weergeven (★ Favorieten Afspelen)
- Weergeven van Bewegend Beeld
- Werken met het [AFSPELEN] Modusmenu
- Aansluiten op een PC
- Aansluiten op een PictBridge-compatibele printer
- Beelden weergeven op een tv-scherm
- Over de netspanningsadapter
- Schermweergave
- Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
- Weergegeven berichten
- Problemen oplossen
- Aantal opneembare foto’s en beschikbare opnameduur
- Specificaties
- 103 -
Overige
Problemen oplossen
Indien u het menu opnieuw instelt op de gegevens die het toestel had op het moment
van aankoop, kan de situatie verbeteren. Voer [RESETTEN] uit in het setup menu met de
camera in de opnamemodus. (P23)
■ Batterijen en voeding
Situaties Oorzaken
De camera gaat direct
uit zelfs als de batterijen
volledig geladen zijn.
De resterende batterijcapaciteit kan niet juist worden
weergegeven en de camera kan plotseling stoppen met
werken als het type batterijen en de instellingen op de
[BATT. TYPE] niet hetzelfde zijn. Dit is echter geen storing.
Afhankelijk van het batterijmerk en de werkingstemperatuur,
of als uitgeputte batterijen worden gebruikt kan het
resterende batterijvermogen niet goed worden weergegeven.
Controleer [BATT. TYPE] (P21) in het [SET-UP] menu.
De resterende
batterijcapaciteit
is laag, zelfs als
nieuwe batterijen zijn
ingebracht.
De camera gaat niet
aan.
Zijn de batterijen correct geplaatst?
Gebruik voldoende geladen batterijen als u Ni-MH batterijen
gebruikt.
Het beeld wordt niet
weergegeven op het
LCD-scherm.
Is de spaarstand (P22) ingeschakeld? Druk de ontspanner
half in om deze modi te deactiveren.
Zijn de batterijen op? Vervang ze voor batterijen met
voldoende capaciteit. (Laad ze op indien u Ni-MH-batterijen
gebruikt.)
De camera schakelt snel
na het inschakelen uit.
Zijn de batterijen op? Vervang ze voor batterijen met
voldoende capaciteit. (Laad ze op indien u Ni-MH-batterijen
gebruikt.)
Als u de camera ingeschakeld houdt, zal de batterij
leeglopen. Schakel de camera veelvuldig uit met de
spaarstand (P22) enz.
•
•
■ Foto’s nemen
Situaties Oorzaken
De foto kan niet worden
opgeslagen.
Is de modus correct ingesteld?
Is er voldoende resterende geheugencapaciteit in het interne
geheugen of op de kaart?
Wis enkele foto’s voordat u opslaat. (P35)
De opnames zijn ets. De foto kan wit worden als er vuil of vingerafdrukken op de
lens zitten. Als de lens vuil is, zet de camera dan aan, haal
de lens eraf en veeg het lensoppervlak met een zachte droge
doek.
De opname is te licht of
te donker.
Controleer of de belichting correct is gecompenseerd. (P44)