Operation Manual

36
SQW0728
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen
De instellingen veranderen die aan de bedieningsring/het functiewieltje
achterop toegewezen zijn
De instellingen veranderen die aan de bedieningsring/het functiewieltje achterop
toegewezen zijn.
→ [Voorkeuze]→[Ring/knop instellen]
→[ ] ([Bediening instelring]) of [ ] ([Dialwerking])
[DEFLT] [Normaal] [Fotostijl] (→170)
[Zoom]
*
(→140)
[Filtereffect] (→172)
[Stapsg. zoom]
*
(→196)
[Aspectratio] (→173)
[Belichtingscomp.] (→103) [Schaduw markeren] (→176)
[Gevoeligheid] (→104) [Int.dynamiek] (→177)
[Witbalans] (→106) [I.resolutie] (→177)
[AF mode] (→89) [Flitserfunctie] (→146)
[Focusfunctie] (→87, 99, 100) [Flitser instel.] (→148)
[Aandrijfstand] (→126)
[OFF] [Niet ingesteld]
*
*
Onderdelen die alleen kunnen worden ingesteld met de bedieningsring
Om terug te keren naar de standaardinstelling, selecteert u [Normaal].
Als u de bedieningsring niet gebruikt, selecteert u [Niet ingesteld].
Gebruik onder [Schaduw markeren] de bedieningsring en het functiewieltje achterop.
Als [Schaduw markeren] aan de bedieningsring (of aan het functiewieltje achterop) is toegewezen,
wordt [Schaduw markeren] ook aan het functiewieltje achterop (of aan de bedieningsring)
toegewezen.
De instelling van de toegewezen functie geldt voor alle opnamemodi.
De toegewezen functie werkt mogelijk echter niet wanneer deze met bepaalde opnamemodi wordt
gecombineerd.