Operation Manual

70 VQT3G98 VQT3G98 71
Burst-functie
Opnamemodus:
Er kan een hele Burst foto’s worden genomen terwijl u de ontspanknop ingedrukt houdt.
Kies [Burstfunctie] uit het menu [Opname]
Gebruik de cursortoets om de Burst-instelling te kiezen en
druk dan op [MENU/SET]
Instelling
Snelheid Beschrijving
Aantal
beelden
Ongeveer 2 - 10
beelden/sec.
De Burst-snelheid wordt automatisch aangepast
aan de bewegingen van mensen, huisdieren
of andere onderwerpen. ([Intelligente burst-
modus])
Deze instelling kan alleen worden gekozen in
de modus [Intelligent auto].
100
Ongeveer 2
beelden/sec.
Er wordt scherpgesteld op het onderwerp, voor
zover dit mogelijk is bij de gekozen Burst-
snelheid. De foto’s worden genomen met de
Burst-functie terwijl de belichting en witbalans
worden geregeld.
(Wanneer echter de Burst-functie wordt gebruikt
tijdens het filmen, zal de scherpstelling vast
worden ingesteld op die voor het eerste beeld.)
De Burst-snelheid kan wat minder zijn onder
bepaalde opname-omstandigheden.
100
Ongeveer 5
beelden/sec.
Ongeveer 10
beelden/sec.
Scherpstelling, belichting en witbalans worden
in het eerste beeld vastgezet.
15
40 beelden/sec.
Scherpstelling, belichting en witbalans worden
in het eerste beeld vastgezet.
Het aantal in te stellen pixels (beeldpunten)
voor opname
[Aspectratio] [Fotoresolutie]
4:3 5M, 3M, 0.3M
3:2 4.5M, 2.5M, 0.3M
16:9 3.5M, 2M, 0.2M
1:1 3.5M, 2.5M, 0.2M
50
60 beelden/sec.
Scherpstelling, belichting en witbalans worden
in het eerste beeld vastgezet.
Het opnamebereik is verminderd.
Het aantal in te stellen pixels (beeldpunten)
voor opname
[Aspectratio] [Fotoresolutie]
4:3 2.5M, 0.3M
3:2 3M, 0.3M
16:9 3.5M, 0.2M
1:1 2M, 0.2M
60
[OFF] De Burst-functie wordt uitgeschakeld.
Beelden die worden opgenomen met de instelling of worden tezamen als groep
opgenomen (zgn. burstgroep). (99)
Als er verandering komt in de helderheid van het onderwerp, kunnen de tweede en
volgende beelden lichter of donkerder worden bij gebruik van de Burst-functie in de ,
of instelling.
De Burst-snelheid kan minder worden als de sluitertijd langer wordt in een donkere
omgeving.
Beelden die zijn opgenomen met de Burst-functie in de of instelling kunnen
vervorming tonen als de onderwerpen bewogen of als de camera bewogen is.
[Auto bracket] wordt uitgeschakeld.
De flitser wordt ingesteld op [Gedwongen uit].
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld.
De Burst-functie is niet beschikbaar in de volgende scènemodi: [Panorama assist],
[Nachtop. uit hand], [Flitsburst], [Sterrenhemel], [Vuurwerk], [Speldenprik] en [Foto
frame].
Wanneer [Zelfontspanner] is ingesteld, worden er 3 foto’s genomen.
De opslag van foto’s die zijn genomen met de Burst-functie kan enige tijd vergen.