Operation Manual

86 VQT3G98 VQT3G98 87
Voor instelprocedures in het menu [Opname] (38)
Gebruik van het menu [Opname] (Vervolg)
[Witbalans]
Pas bij onnatuurlijke kleuren de kleuring aan de lichtbron aan.
Opnamemodus:
Instellingen: [AWB] (automatisch) / (buitenshuis, heldere hemel) /
(buitenshuis, bewolkt) / (buitenshuis, schaduw) /
(kunstlicht) / (gebruikt de waarden ingesteld in ) /
(handmatig instellen)
Wanneer u de [AWB] (automatische witbalans) instelt, wordt de kleurbalans
automatisch aangepast aan de gebruikte lichtbron. Als de scène echter te helder of te
donker is of als er andere extreme omstandigheden zijn, kunnen de beelden wel eens
een rode of blauwe zweem vertonen. De witbalans kan niet altijd goed werken als er
een diversiteit aan lichtbronnen is.
Wij raden u aan om in te stellen op [AWB] of bij opnemen onder tl-verlichting.
De witbalansinstelling wordt vast ingesteld op [AWB] in de volgende scènemodi:
[Landschap], [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Voedsel], [Party],
[Kaarslicht], [Zonsonderg.], [Flitsburst], [Sterrenhemel], [Vuurwerk], [Strand], [Sneeuw],
[Luchtfoto], [Zandstraal] en [Onder water]
Verfijning witbalans (exclusief [AWB])
U kunt elke instelling voor witbalans handmatig instellen als de kleuren niet naar
verwachting zijn.
Selecteer de witbalansinstelling die u wilt fijnregelen en druk dan op de [DISP.]-toets
om het scherm [WB instellen] te tonen.
Stel in met bij veel rood, stel in met bij veel blauw.
Druk op [MENU/SET].
• De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld.
• De instellingen blijven toegepast wanneer u de flitser gebruikt.
• Hoewel de instelling [AWB] in de scènemodus [Onder water] vaststaat, kunnen nog
steeds verfijningen worden uitgevoerd.
Verfijningen kunnen niet worden ingesteld wanneer de [Kleurfunctie] (93) is ingesteld
op [B/W], [SEPIA], [COOL] of [WARM].
[Kwaliteit]
Stel de beeldkwaliteit in.
Opnamemodus:
Instellingen: hoge kwaliteit, prioriteit ligt bij beeldkwaliteit
standaardkwaliteit, prioriteit ligt bij aantal beelden
De instelling wordt vast ingesteld op in de volgende scènemodi:
[Transformeren], [H. gevoeligh.] en [Flitsburst]
[Gevoeligheid]
U kunt de ISO-gevoeligheid (lichtgevoeligheid) handmatig instellen.
We raden hogere instellingen aan om scherpe foto’s te maken op donkere locaties.
Opnamemodus:
Instellingen: [AUTO] / [Slimme ISO] / [100] / [200] / [400] / [800] / [1600]
Instelinstructies
[Gevoeligheid] [100] [1600]
Locatie
(aanbevolen)
Licht
(buiten)
Donker
Sluitertijd Traag Snel
Interferentie Laag Hoog
Onscherp onderwerp Hoog Laag
[AUTO] wordt automatisch ingesteld in een bereik tot 400 (of 1000 wanneer u de flitser
gebruikt), afhankelijk van de helderheid van het onderwerp.
[Slimme ISO] wordt automatisch ingesteld in een bereik tot 1600, afhankelijk van
de beweging en de helderheid van het onderwerp.