Operation Manual

88 VQT3G98 VQT3G98 89
Voor instelprocedures in het menu [Opname] (38)
Gebruik van het menu [Opname] (Vervolg)
Witbalans handmatig instellen ( )
Selecteer en druk op [MENU/SET].
Richt de camera op een wit voorwerp (bijvoorbeeld papier) en druk op [MENU/SET].
De witbalans wordt ingesteld op
.
• Wanneer u deze instelling gebruikt, wordt de verfijning van de witbalans gereset.
• Zelfs als de camera UIT staat, blijft de ingestelde witbalans in het geheugen staan.
• Het is niet altijd mogelijk om de juiste witbalans in te stellen als onderwerpen te licht
of te donker zijn. Pas in dit geval de helderheid aan en probeer de witbalans opnieuw
in te stellen.
[AWB] instelbereik:
10000K
9000K
8000K
7000K
6000K
5000K
4000K
3000K
2000K
1000K
Bewolkte lucht (regen)
Schaduw
Gloeilamplicht
Zonsondergang/zonsopgang
Kaarslicht
Zonlicht
Wit tl-licht
Blauwe lucht
[AF mode]
De scherpstelmethode kan worden gewijzigd afhankelijk van de positie en het aantal
onderwerpen.
Opnamemodus:
Instellingen: / / / /
Mensen van voren
fotograferen
(Gezichtsdetectie)
Herkent gezichten (max. 15 personen) en past de belichting en
scherpstelling hierop aan.
AF-gebied
Geel : Als u de ontspanknop half indrukt, wordt het kader groen als
de camera is scherpgesteld.
Wit : Verschijnt bij detectie van meerdere gezichten. Andere
gezichten die op dezelfde afstand zijn als de gezichten in het
gele AF-gebied, worden ook scherp vastgelegd.
Automatisch koppelen
van de scherpstelling
aan een bewegend
onderwerp
(Tracking AF)
Raak het onderwerp aan
Voor deze bedieningsfunctie dient u eerst de aanraaksluiterfunctie
(24) uit te schakelen.
Autofocus-volgkader
Wanneer uw onderwerp herkend wordt, verandert het autofocus-
volgkader van wit in geel en dan wordt uw onderwerp steeds scherp
in beeld gehouden.
Als de autofocus-koppeling wegvalt, gaat er een rood kader
knipperen.
Uitschakelen van de Tracking AF
aanraken.
Scherpstelling (hetzelfde als macro-opnamen) (55)
Onderwerp niet in het
midden van het beeld
(AF-gebied wordt pas
weergegeven als er is
scherpgesteld)
(Scherpstellen op
23 punt)
Stelt scherp op een AF-gebied op een van 23 mogelijke punten.
Bepaalde plaats voor
scherpstelling
(Scherpstellen op
1 punt)
(Scherpstelling op
spot)
Scherpstellen op 1 punt: Er wordt scherpgesteld op het AF-gebied
in het midden van het beeld. (Aanbevolen
wanneer u moeilijk kunt scherpstellen)
Scherpstelling op spot: Er wordt scherpgesteld op een kleiner
gebied.