Operation Manual

90 VQT3G98 VQT3G98 91
Voor instelprocedures in het menu [Opname] (38)
Gebruik van het menu [Opname] (Vervolg)
De scherpstelling staat vast ingesteld op (Scherpstellen op 1 punt) in de volgende
gevallen:
scènemodi [Sterrenhemel], [Vuurwerk], [Film in hoge snelheid]
Gebruik (Scherpstellen op 1 punt) als de scherpstelling moeilijk te verrichten is met
(Scherpstelling op spot).
U kunt Gezichtsdetectie in de volgende gevallen niet instellen:
Scènemodi [Panorama assist], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Voedsel],
[Luchtfoto], [Onder water]
Als de camera een niet-menselijk onderwerp onjuist interpreteert als gezicht in de
instelling "Gezichtsdetectie", schakelt u naar een andere instelling.
Als de omstandigheden de herkenning van gezichten bemoeilijkt, zoals wanneer de
beweging van het onderwerp te snel is, schakelt de instelling [AF mode] over naar
(Scherpstellen op 23 punt).
Onder bepaalde opname-omstandigheden, zoals wanneer het onderwerp te klein is of
te donker, kan de Tracking AF niet goed werken.
Wanneer de Tracking AF niet werkt, wordt er scherpgesteld op (Scherpstellen op 23 punt).
Er kan niet worden ingesteld op in de onderstaande gevallen.
• Scènemodi [Panorama assist], [Sterrenhemel], [Vuurwerk], [Speldenprik],
[Zandstraal], [Hoge dynamiek] of [Film in hoge snelheid].
• [B/W], [SEPIA], [COOL], en [WARM] in [Kleurfunctie]
Als bij het opnemen van films een andere instelling dan (Gezichtsdetectie) wordt
gebruikt, wordt scherpgesteld op (Scherpstellen op 1 punt).
[Quick AF]
De scherpstelling wordt automatisch bijgeregeld wanneer de camera-onscherpte gering
is, ook wanneer u de ontspanknop niet indrukt. (Verbruikt meer stroom van de batterij)
Opnamemodus:
Instellingen: [ON]/[OFF]
Het scherpstellen kan enige tijd vergen wanneer de zoom plotseling wordt omgezet van
de max. W groothoekstand naar de max. T telestand, of als u plotseling dichter bij uw
onderwerp komt.
Druk de ontspanknop halverwege in als het moeilijk is een goede scherpstelling te
verkrijgen.
De functie wordt in de volgende gevallen op [OFF] gezet.
In de scènemodi [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Sterrenhemel],
[Vuurwerk] of [Film in hoge snelheid]
De [Quick AF] zal niet werken terwijl de Tracking AF werkt.
[Gezicht herk.]
Zie voor meer informatie (72).
[Meetfunctie]
Bij het corrigeren van de belichting kunt u de positie waar u de helderheid meet, wijzigen.
Opnamemodus:
Instellingen:
Meetpositie voor helderheid Omstandigheden
Multiple
Hele scherm
Normaal gebruik (voor
evenwichtige beelden)
Centrum-
gewogen
Midden en omgeving Onderwerp in het midden
Spotmeting
Midden en naaste omgeving
Groot verschil in helderheid tussen
onderwerp en achtergrond
(bijvoorbeeld iemand in
de spotlights op toneel,
achtergrondlicht)
[i. Exposure]
Past bij groot contrast tussen achtergrond en onderwerp automatisch het contrast en de
belichting aan voor meer levensechte kleuren.
Opnamemodus:
Instellingen: [LOW]/[STANDARD]/[HIGH]/[OFF]
[LOW], [STANDARD] en [HIGH] geven het maximale correctiebereik aan.
Wanneer [i. Exposure] werkt, verandert de kleur van .
Ook al staat [Gevoeligheid] ingesteld op [100], wanneer de [i. Exposure] is
ingeschakeld kunnen de foto’s worden genomen met een hogere ISO-gevoeligheid dan
de instelling.