Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Voor Gebruik
- Voorbereiding
- Basiskennis
- Opnemen
- Foto's van uzelf maken ([Zelfopname])
- De Monitor
- Gebruik van de Zoom
- Beelden maken met de ingebouwde flits
- Close-up’s maken ([Macro-AF]/[Macro zoom])
- Opnamen maken met de zelfontspanner
- Belichtingscompensatie
- Beelden opnemen met Auto Bracket
- Opnamen maken door het diafragma/de sluitertijd te specificeren
- Panoramafoto’s maken (Panorama Shot-modus)
- Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen (Scènemodus)
- Foto’s maken met verschillende beeldeffecten (Creative Control modus)
- Opnamen maken in Klantfunctie
- Tekst Invoeren
- Gebruik van het [Opname] Menu
- Gebruik van het [Bewegend beeld] Menu
- Afspelen/Bewerken
- Wi-Fi
- Wi-Fi functie
- Bediening met een smartphone/tablet
- Installeren van de “ Image App ” app voor smartphone/tablet
- Verbinden met een smartphone/tablet
- Fotograferen via een smartphone/tablet (remote opname)
- Afspelen van beelden die zich in de camera bevinden
- Beelden bewaren die in de camera opgeslagen zijn
- Locatie-informatie van de smartphone/tablet naar de camera sturen
- Versturen van beelden naar een smartphone/tablet door de camera te bedienen
- Versturen van beelden naar een PC
- Beelden automatisch overzetten ([Smart transfer])
- Verbindingen
- [Wi-Fi setup] Menu
- Aansluiten op andere apparatuur
- Overige
- 102 -
Opnemen
• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden zou het even kunnen duren om de volgende
foto te maken als u het fotograferen herhaalt.
• Het kan enige tijd vergen om de foto's die met de Burst-modus gemaakt zijn op de kaart te
bewaren. Als u tijdens het opslaan continu foto's maakt, neemt het maximaal aantal te maken
beelden af. Voor het continu fotograferen wordt het gebruik aangeraden van een high speed
geheugenkaart.
• De burst-snelheid (beelden/seconde) zou langzamer kunnen worden afhankelijk van de
opname-omgeving, bijvoorbeeld op donkere plaatsen.
• Als [ ] ingesteld is, zal een focusvoorspelling binnen een mogelijk bereik uitgevoerd worden om
de burst-snelheid prioriteit te verlenen. Als u dus probeert om een snel bewegend voorwerp te
fotograferen, dan kan het moeilijk zijn het onderwerp scherp te stellen of kan dit lang duren.
• Als [ ] ingesteld is, kan de opname vanaf het tweede beeld helderder of donkerder zijn, al
naargelang de veranderingen van helderheid van het onderwerp.
• Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– Bij het gebruik van Auto Bracket
– Zelfopname-modus
– [Nachtop. uit hand]/[HDR]/[Sterrenhemel] (Scènemodus)
– [Expressieve indruk]/[Speelgoedcam.effect]/[Miniatuureffect]/[Zachte focus]/[Sterfilter] (Creative
Control modus)
• Met de zelfontspanner is het aantal opnames in de burst-modus vastgezet op 3 (5 beelden in [ ]).
• De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ] (m.u.v. [ ]).
Toepasbare modi:
De AF-hulplamp zal het onderwerp verlichten als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt
en maakt het zo gemakkelijker voor het toestel om scherp te stellen als een opname bij weinig
licht gemaakt wordt.
(Al naargelang de opnameomstandigheden zal een grotere AF-zone weergegeven worden.)
Instellingen: [ON]/[OFF]
•
De daadwerkelijke afstand van het assistentielampje is ongeveer 1,5 m.
• Afhankelijk van de status van de zoom, of het onderwerp, kan het zijn
dat de daadwerkelijke afstand korter is.
• Wanneer u de AF-lamp A niet wenst te gebruiken (b.v. wanneer u
opnamen maakt van dieren op een donkere plek), de [AF ass. lamp] op
[OFF] zetten. In dit geval zal het moeilijker worden scherp te stellen.
• De instelling is vastgesteld op [OFF] in de volgende gevallen.
– [Landschap]/[Nachtl.schap]/[Nachtop. uit hand]/[Zonsonderg.]/[Achter glas Mode] (Scènemodus)
[AF ass. lamp]
10