Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Voor Gebruik
- Voorbereiding
- Basiskennis
- Opnemen
- Foto's van uzelf maken ([Zelfopname])
- De Monitor
- Gebruik van de Zoom
- Beelden maken met de ingebouwde flits
- Close-up’s maken ([Macro-AF]/[Macro zoom])
- Opnamen maken met de zelfontspanner
- Belichtingscompensatie
- Beelden opnemen met Auto Bracket
- Opnamen maken door het diafragma/de sluitertijd te specificeren
- Panoramafoto’s maken (Panorama Shot-modus)
- Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen (Scènemodus)
- Foto’s maken met verschillende beeldeffecten (Creative Control modus)
- Opnamen maken in Klantfunctie
- Tekst Invoeren
- Gebruik van het [Opname] Menu
- Gebruik van het [Bewegend beeld] Menu
- Afspelen/Bewerken
- Wi-Fi
- Wi-Fi functie
- Bediening met een smartphone/tablet
- Installeren van de “ Image App ” app voor smartphone/tablet
- Verbinden met een smartphone/tablet
- Fotograferen via een smartphone/tablet (remote opname)
- Afspelen van beelden die zich in de camera bevinden
- Beelden bewaren die in de camera opgeslagen zijn
- Locatie-informatie van de smartphone/tablet naar de camera sturen
- Versturen van beelden naar een smartphone/tablet door de camera te bedienen
- Versturen van beelden naar een PC
- Beelden automatisch overzetten ([Smart transfer])
- Verbindingen
- [Wi-Fi setup] Menu
- Aansluiten op andere apparatuur
- Overige
- 113 -
Afspelen/Bewerken
Plezier met gemaakte beelden ([Creatieve retouche])
U kunt de gewenste effecten aan uw foto's toevoegen.
•
De bewerkte beelden worden opnieuw gegenereerd. Wees er dus zeker van dat u genoeg ruimte
heeft op het intern geheugen of de kaart. Houd u er ook rekening mee dat bewerken niet mogelijk
zal zijn als de schakelaar van de schrijfbeveiliging van de kaart op de [LOCK]-stand staat.
• Effecten kunnen moeilijk te zien zijn afhankelijk van het beeld.
1
Op 2/1 drukken om een beeld te kiezen en vervolgens op 3 drukken.
2
Druk op 3/4 om beeldeffecten te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
• Er kunnen beeldeffecten toegevoegd worden die dezelfde zijn als die van de Creative
Control modus. (P83–87)
• Er zal een korte beschrijving van het geselecteerde beeldeffect verschijnen als u op [DISP.]
drukt.
• Om de over te laten kleur in te stellen, met gebruik van
[Kleuraccent], beweegt u het kader op het midden van het
scherm naar de gewenste kleur met 3/4/2/1 en drukt u
vervolgens op [MENU/SET].
• Als u [Geen effect] selecteert, wordt een beeld zonder
effecten weergegeven.
Om verder te gaan met het retoucheren, selecteert u een
ander beeldeffect.
Verlaat het menu als u geen effecten gaat toevoegen.
• Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven.
Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt.
∫ Als [Creatieve retouche] in het [Weergave]-menu geselecteerd wordt
1 Selecteer [Creatieve retouche] op het [Weergave] menu. (P41)
2 Op 2/1 drukken om een beeld te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3 Druk op 3/4 om beeldeffecten te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
•
Bevestigingscherm wordt afgebeeld.
Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt.
• Het beeldeffect kan zwak lijken in vergelijking met het effect dat door de Creative Control modus
verstrekt wordt.
• De preview-weergave en het beeld na het retoucheren kunnen van elkaar verschillen voor wat
betreft het niveau van de effecten.
• Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– Bewegende beelden
– Beelden die gemaakt zijn in Panorama Shot-modus