Operation Manual

Table Of Contents
- 114 -
Afspelen/Bewerken
Gebruik van het [Weergave] Menu
Voor details over [Weergave] menu-instellingen, P41 raadplegen.
U kunt acties uitvoeren zoals het afsnijden van beelden, of het instellen van de bescherming
van de opgenomen beelden, enz.
Met [Creatieve retouche], [Tekst afdr.], [Nw. rs.] of [Bijsnijd.] wordt er een nieuw bewerkt beeld
gecreëerd.
Een nieuw beeld kan niet gecreëerd worden als er geen vrije ruimte is op het ingebouwde geheugen
of de kaart, daarom raden we aan te controleren dat er vrije ruimte is en dan het beeld te bewerken.
Beelden die met de camera opgenomen of bewerkt zijn, worden misschien niet correct op andere
apparatuur afgespeeld en het kan zijn dat de toegepaste effecten niet op deze apparatuur
verschijnen.
Ook kan het zijn dat beelden die met andere apparatuur opgenomen zijn misschien niet op deze
camera afgespeeld worden en dat de functies van de camera niet voor deze beelden beschikbaar
zijn.
De locatie-informatie (lengte-/breedtegraad) die vereist wordt door de smartphone/tablet kan
naar de camera gezonden worden en op de beelden geschreven worden.
Beelden in het ingebouwde geheugen kunnen geen locatie-informatie opslaan.
Als u locatie-informatie erop wilt opslaan, dient u de beelden in het ingebouwd geheugen naar een
geheugenkaart te kopiëren, vervolgens aan de slag gaan [Locatie vermelden].
Voorbereiding:
Locatie-informatie naar de camera versturen vanaf de smartphone/tablet. (P135)
1
Selecteer [Locatie vermelden] in het [Weergave]-menu.
2
Druk op 3/4 om [Locatiegegevens toev.] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
3
Druk op 3/4 om de periode te kiezen waarin u wenst locatie-informatie
op beelden op te nemen, druk vervolgens op [MENU/SET].
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven.
Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt.
Beelden met locatie-informatie worden aangegeven met [ ].
De opname van locatie-informatie stopzetten
Druk op [MENU/SET] terwijl het op de beelden zetten van de locatie-informatie aan de
gang is.
Tijdens een stopzetting wordt [±] weergegeven.
Kies de periode met [±] om het opnameproces opnieuw te starten vanaf het beeld waar u gebleven
was.
[Locatie vermelden]