Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Voor Gebruik
- Voorbereiding
- Basiskennis
- Opnemen
- Foto's van uzelf maken ([Zelfopname])
- De Monitor
- Gebruik van de Zoom
- Beelden maken met de ingebouwde flits
- Close-up’s maken ([Macro-AF]/[Macro zoom])
- Opnamen maken met de zelfontspanner
- Belichtingscompensatie
- Beelden opnemen met Auto Bracket
- Opnamen maken door het diafragma/de sluitertijd te specificeren
- Panoramafoto’s maken (Panorama Shot-modus)
- Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen (Scènemodus)
- Foto’s maken met verschillende beeldeffecten (Creative Control modus)
- Opnamen maken in Klantfunctie
- Tekst Invoeren
- Gebruik van het [Opname] Menu
- Gebruik van het [Bewegend beeld] Menu
- Afspelen/Bewerken
- Wi-Fi
- Wi-Fi functie
- Bediening met een smartphone/tablet
- Installeren van de “ Image App ” app voor smartphone/tablet
- Verbinden met een smartphone/tablet
- Fotograferen via een smartphone/tablet (remote opname)
- Afspelen van beelden die zich in de camera bevinden
- Beelden bewaren die in de camera opgeslagen zijn
- Locatie-informatie van de smartphone/tablet naar de camera sturen
- Versturen van beelden naar een smartphone/tablet door de camera te bedienen
- Versturen van beelden naar een PC
- Beelden automatisch overzetten ([Smart transfer])
- Verbindingen
- [Wi-Fi setup] Menu
- Aansluiten op andere apparatuur
- Overige
- 115 -
Afspelen/Bewerken
∫ De ontvangen locatie-informatie wissen
1 Selecteer [Locatie vermelden] in het [Weergave]-menu.
2
Druk op
3
/
4
om [Locatiegeg. wissen] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
3 Druk op 3/4 om de periode te kiezen die u wenst te verwijderen, druk vervolgens
op [MENU/SET].
•
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven.
Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt.
• Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– Beelden die opgenomen zijn nadat de locatie-informatie naar de camera verzonden was (P135)
– Bewegende beelden
– Beelden waar al locatie-informatie op geschreven is
– Beelden die beveiligd worden door [Beveiligen]
– Als er onvoldoende ruimte op de kaart over is
– Als de schrijfbeveiligingsschakelaar van de kaart op [LOCK] gezet is
– Beelden die met andere apparatuur opgenomen zijn
U kunt tekst (commentaar) toevoegen aan beelden. Nadat er tekst geregistreerd is, kan het
afgedrukt worden bij het printen m.b.v. [Tekst afdr.] (P116).
1
Selecteer [Titel bew.] op het [Weergave] menu.
2
Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
3
Selecteer het beeld en druk vervolgens op
[MENU/SET] om in te stellen.
•
[
’
] wordt afgebeeld voor beelden met al geregistreerde titels.
Instelling [MULTI]
Op [DISP.] drukken om (herhalen) in te stellen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
•
De instelling wordt geannuleerd wanneer [DISP.] nog een
keer ingedrukt wordt.
4
De tekst invoeren. (P90)
• Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
• Om de titel te wissen, alle tekst in het scherm van tekstinvoer weghalen.
• U kunt tot 50 beelden tegelijkertijd instellen met [MULTI].
• Deze functie is in het volgende geval niet beschikbaar:
– Bewegende beelden
[Titel bew.]
4 6
2
31
5