Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Voor Gebruik
- Voorbereiding
- Basiskennis
- Opnemen
- Foto's van uzelf maken ([Zelfopname])
- De Monitor
- Gebruik van de Zoom
- Beelden maken met de ingebouwde flits
- Close-up’s maken ([Macro-AF]/[Macro zoom])
- Opnamen maken met de zelfontspanner
- Belichtingscompensatie
- Beelden opnemen met Auto Bracket
- Opnamen maken door het diafragma/de sluitertijd te specificeren
- Panoramafoto’s maken (Panorama Shot-modus)
- Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen (Scènemodus)
- Foto’s maken met verschillende beeldeffecten (Creative Control modus)
- Opnamen maken in Klantfunctie
- Tekst Invoeren
- Gebruik van het [Opname] Menu
- Gebruik van het [Bewegend beeld] Menu
- Afspelen/Bewerken
- Wi-Fi
- Wi-Fi functie
- Bediening met een smartphone/tablet
- Installeren van de “ Image App ” app voor smartphone/tablet
- Verbinden met een smartphone/tablet
- Fotograferen via een smartphone/tablet (remote opname)
- Afspelen van beelden die zich in de camera bevinden
- Beelden bewaren die in de camera opgeslagen zijn
- Locatie-informatie van de smartphone/tablet naar de camera sturen
- Versturen van beelden naar een smartphone/tablet door de camera te bedienen
- Versturen van beelden naar een PC
- Beelden automatisch overzetten ([Smart transfer])
- Verbindingen
- [Wi-Fi setup] Menu
- Aansluiten op andere apparatuur
- Overige
- 137 -
Wi-Fi
1 Druk op [Wi-Fi].
2 Druk op 3/4/2/1 om [Nieuwe verbinding] te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
3 Druk op 3/4 om [Afbeeldingen versturen tijdens
opname] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/
SET].
4 Druk op 3/4 om [Smartphone] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
5 Op [MENU/SET] drukken.
6 Op [MENU/SET] drukken.
•
Raadpleeg voor details over de verbindingsmethoden P130, 131.
7 Druk op 3/4 om het apparaat te selecteren waarmee u een verbinding wilt maken
en druk vervolgens op [MENU/SET].
8 Controleer de instelling van de verzending en druk vervolgens op [MENU/SET].
•
Om de verzonden instelling te veranderen, drukt u op [DISP.]. (P152)
9 Opnamen maken.
•
De beelden worden automatisch verzonden nadat ze genomen zijn.
• Om de instelling te veranderen of om af te sluiten, drukt u op [Wi-Fi]. (P126)
U kunt de instellingen niet veranderen terwijl u beelden verzendt. Wacht tot het verzenden klaar is.
• U kunt geen bewegende beelden opnemen als de camera verbonden is met gebruik van
[Afbeeldingen versturen tijdens opname].
Versturen van een beeld telkens wanneer een opname gemaakt wordt ([Afbeeldingen
versturen tijdens opname])
Cancel
Select
Set
Send Images Stored in the Camera
Send Images While Recording
Remote Shooting & View
Select a function