Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Voor Gebruik
- Voorbereiding
- Basiskennis
- Opnemen
- Foto's van uzelf maken ([Zelfopname])
- De Monitor
- Gebruik van de Zoom
- Beelden maken met de ingebouwde flits
- Close-up’s maken ([Macro-AF]/[Macro zoom])
- Opnamen maken met de zelfontspanner
- Belichtingscompensatie
- Beelden opnemen met Auto Bracket
- Opnamen maken door het diafragma/de sluitertijd te specificeren
- Panoramafoto’s maken (Panorama Shot-modus)
- Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen (Scènemodus)
- Foto’s maken met verschillende beeldeffecten (Creative Control modus)
- Opnamen maken in Klantfunctie
- Tekst Invoeren
- Gebruik van het [Opname] Menu
- Gebruik van het [Bewegend beeld] Menu
- Afspelen/Bewerken
- Wi-Fi
- Wi-Fi functie
- Bediening met een smartphone/tablet
- Installeren van de “ Image App ” app voor smartphone/tablet
- Verbinden met een smartphone/tablet
- Fotograferen via een smartphone/tablet (remote opname)
- Afspelen van beelden die zich in de camera bevinden
- Beelden bewaren die in de camera opgeslagen zijn
- Locatie-informatie van de smartphone/tablet naar de camera sturen
- Versturen van beelden naar een smartphone/tablet door de camera te bedienen
- Versturen van beelden naar een PC
- Beelden automatisch overzetten ([Smart transfer])
- Verbindingen
- [Wi-Fi setup] Menu
- Aansluiten op andere apparatuur
- Overige
- 143 -
Wi-Fi
Als u Smart Transfer voor de eerste keer gebruikt, volg dan onderstaande stappen om het in te
stellen.
Vanaf de volgende keer kunt u de instellingen veranderen vanuit [Doelapparaat instellen]
(P144).
1 Selecteer [Wi-Fi setup] in het [Wi-Fi]-menu en druk op [MENU/SET]. (P41)
2 Druk op 3/4 om [Smart transfer] te kiezen en dan op [MENU/SET].
3 Selecteer de methode om verbinding met een draadloos toegangspunt te maken en
stel in.
•
Raadpleeg P146 voor details.
4 Stel de bestemming van het overzetten in.
•
Raadpleeg voor details over de voorbereidingen vóór het overzetten “Versturen van beelden
naar een PC” op P139.
5 Druk op 3/4 om [Autom. overzetten] te kiezen en dan op [MENU/SET].
6 Druk op 3/4 om [ON] te kiezen en dan op [MENU/SET].
•
Alleen de beelden die u opgenomen had wanneer [Autom. overzetten] ingesteld is op [ON]
worden overgezet.
U kunt beelden overzetten terwijl de camera aan het opladen is.
Voorbereiding:
Configureer [Smart transfer] van tevoren. (P143)
1 Schakel het toestel uit.
2 (Als een stopcontact gebruikt wordt)
Verbind de (bijgeleverde) netadapter van deze camera met de (bijgeleverde)
USB-aansluitkabel en steek de (bijgeleverde) netadapter in het stopcontact.
(Als een PC gebruikt wordt)
Verbind dit toestel met de PC met gebruik van de (bijgeleverde) USB-aansluitkabel.
•
Smart Transfer zal van start gaan.
(Als de resterende batterijstroom laag is, kan de prioriteit aan het opladen gegeven worden.)
• Afhankelijk van de specificaties van de PC, kan [Smart transfer] mislukken.
• Als er beelden zijn die niet overgezet werden toen [Autom. overzetten] op [OFF] gezet werd, zal het
bericht getoond worden dat bevestigt of deze beelden al dan niet overgezet moeten worden.
Selecteer de gewenste optie.
Configureren [Smart transfer]
1 Druk op 3/4 om de PC te selecteren waarmee u verbinding wilt maken en druk
vervolgens op [MENU/SET].
2 Druk op 3/4 om de map waar u de beelden naartoe wilt zenden te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET].
Automatisch overzetten