Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Voor Gebruik
- Voorbereiding
- Basiskennis
- Opnemen
- Foto's van uzelf maken ([Zelfopname])
- De Monitor
- Gebruik van de Zoom
- Beelden maken met de ingebouwde flits
- Close-up’s maken ([Macro-AF]/[Macro zoom])
- Opnamen maken met de zelfontspanner
- Belichtingscompensatie
- Beelden opnemen met Auto Bracket
- Opnamen maken door het diafragma/de sluitertijd te specificeren
- Panoramafoto’s maken (Panorama Shot-modus)
- Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen (Scènemodus)
- Foto’s maken met verschillende beeldeffecten (Creative Control modus)
- Opnamen maken in Klantfunctie
- Tekst Invoeren
- Gebruik van het [Opname] Menu
- Gebruik van het [Bewegend beeld] Menu
- Afspelen/Bewerken
- Wi-Fi
- Wi-Fi functie
- Bediening met een smartphone/tablet
- Installeren van de “ Image App ” app voor smartphone/tablet
- Verbinden met een smartphone/tablet
- Fotograferen via een smartphone/tablet (remote opname)
- Afspelen van beelden die zich in de camera bevinden
- Beelden bewaren die in de camera opgeslagen zijn
- Locatie-informatie van de smartphone/tablet naar de camera sturen
- Versturen van beelden naar een smartphone/tablet door de camera te bedienen
- Versturen van beelden naar een PC
- Beelden automatisch overzetten ([Smart transfer])
- Verbindingen
- [Wi-Fi setup] Menu
- Aansluiten op andere apparatuur
- Overige
- 45 -
Basiskennis
• Raadpleeg P88 voor details.
• Het kan zijn dat sommige onderwerpen op de monitor er anders uitzien dan in werkelijkheid. Dit
heeft echter geen effect op de opgenomen beelden.
[Vliegtuigmode]
Beperkt de Wi-Fi-instellingen.
[ON]:
Wi-Fi kunnen niet gebruikt worden.
[OFF]
•
Als u de camera meeneemt in een vliegtuig of naar een ziekenhuis, enz.,
zet [Vliegtuigmode] dan op [ON] en schakel de camera uit omdat de
elektromagnetische golven, enz. die door de camera uitgezonden worden,
interferentie met de meetinstrumenten kunnen veroorzaken.
r [Toon]
Hiermee stelt u de pieptoon en sluitertoon in.
r [Toonniveau]: [Shutter vol.]:
[t]
[u]
[s]
([Laag])
([Hoog])
([Uit])
[]
[]
[]
([Laag])
([Hoog])
([Uit])
[Pieptoon]:
[]/[]/[]
[Shutter toon]:
[]/[]/[]
[Geh
voorkeursinst.]
Er kunnen tot 4 huidige toestelinstellingen geregistreerd worden als
standaardinstellingen.
[ ]/[ ]/[ ]/[ ]
[Scherm]
De helderheid, kleur of de rode of blauwe tint van de monitor worden
ingesteld.
[Helderheid]:
Afstellen van de helderheid.
[Contrast · Verzadiging]:
Afstellen van contrast of helderheid van kleuren.
[Roodachtig]:
Afstellen van rode tint.
[Blauwzweem]:
Afstellen van blauwe tint.
1 Selecteer de instellingen door op 3/4 te drukken en stel bij
met 2/1.
2 Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
1
2
3
1
2
3