Operation Manual

Table Of Contents
- 97 -
Opnemen
Toepasbare modi:
Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te
selecteren onderwerpen past.
¢ [Ø] zal gebruikt worden tijdens het opnemen van films.
De instelling is in het volgende geval vastgezet op [š].
Zelfopname-modus
(Als [š] niet voor de huidige opnamemodus beschikbaar is, zal voor iedere opnamemodus een
beschikbare instelling van de scherpstelling gebruikt worden.)
De instelling is vastgesteld op [Ø] in de volgende gevallen.
[Sterrenhemel] (Scènemodus)
[Miniatuureffect] (Creative Control modus)
In de volgende gevallen is het niet mogelijk [š] in te stellen.
Panorama Shot-modus (behalve in de zelfopname-modus)
[Nachtl.schap]/[Nachtop. uit hand]/[Voedsel] (Scènemodus)
[Zachte focus] (Creative Control modus)
[ ] kan niet ingesteld worden in de volgende gevallen.
Panorama Shot-modus
[Sepia]/[Dynamisch zwart/wit]/[Hoge dynamiek]/[Zachte focus] (Creative Control modus)
[AF mode]
Instellingen Beschrijving van instellingen
[š]
([Gezichtsdetectie])
De camera detecteert automatisch iemands gezicht. (max. 12 zones)
De scherpstelling en de belichting kunnen vervolgens ingesteld worden
voor dat gezicht, ongeacht in welk deel van het beeld het zich bevindt.
[]([Tracking AF])
¢
Focus kan afgesteld worden op een gespecificeerd onderwerp. De focus
zal het onderwerp blijven volgen ook wanneer deze beweegt.
(Dynamische opsporing)
[]([21-zone])
¢
Er kan op max. 21 punten per AF-zone worden scherpgesteld.
Dit is doeltreffend wanneer het onderwerp zich niet in het midden van het
scherm bevindt.
(het kader van de AF-zone zal hetzelfde zijn als de instelling van de
beeldverhouding.)
[Ø] ([1-zone])
Het toestel stelt scherp op het object in de AF-zone in het midden van het
scherm.
[Ù] ([Punt])
¢
Het toestel stelt scherp op een beperkte en nauwe zone op het scherm.