Operation Manual

155
SQW0554
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Foto’s maken met automatische scherpstelling
TZ100/TZ101
Vastgestelde positie voor scherpstelling (scherpstellen op 1 punt)/
(precisiescherpstellen)
TZ80/TZ81
Vastgestelde positie voor scherpstelling (scherpstellen op 1 punt)
(scherpstellen op 1 punt)
Er wordt scherpgesteld op het AF-gebied in het midden van het beeld. (Aanbevolen
wanneer u moeilijk kunt scherpstellen)
• U kunt de positie en de grootte van het AF-gebied wijzigen. (→157)
De scherpstelling vergrendelen
Volg onderstaande stappen als het onderwerp dat
u wilt opnemen, zich niet in het midden bevindt.
(Alleen wanneer [AFS/AFF/AFC] in het menu
[Opname] is ingesteld op [AFS].)
Scherpstelaanduiding
( Scherpstelling is goed: brandt
Scherpstelling is niet goed: knippert)
AF-gebied
(Scherpstelling is goed: groen)
1
Stel scherp op het onderwerp
Leg het
AF-gebied
gelijk met het
onderwerp
Half ingedrukt
houden
2
Keer terug naar de gewenste
compositie
Volledig
indrukken
TZ100/TZ101
(precisiescherpstellen)
Hiermee kunt u nauwkeuriger scherpstellen op een kleiner punt dan met [ ]
(scherpstellen op 1 punt).
U kunt de scherpstelpositie met het vergrote scherm instellen. (→159)
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, verschijnt een grotere weergave van de scherpstelpositie.
U kunt de time-out voor de vergrote weergave instellen met [Spot AF tijd] in het menu [Voorkeuze].
(→160)
Als [ ] (precisiescherpstellen) is geselecteerd terwijl u films of 4K-foto’s opneemt, wordt de
instelling gewijzigd naar [
] (scherpstellen op 1 punt).
U kunt [ ] (precisiescherpstellen) niet instellen in de volgende situatie:
Wanneer [AFS/AFF/AFC] in het menu [Opname] is ingesteld op [AFF] of [AFC]