Operation Manual

56
SQW0554
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen
De waterpas gebruiken
Als u zeker wilt weten dat de camera niet schuin staat of kantelt, bijvoorbeeld als u een
beeld van een landschap opneemt, gebruikt u de waterpasindicatie als referentie.
1
Druk op [DISP.] om de waterpas weer te geven
De gele lijn duidt de huidige camerahoek aan. Corrigeer de hoek van de camera zodat
deze overeenkomt met de witte lijn.
Omhoog of omlaag
gekanteld
In dit geval is deze omhoog
gericht.
Naar links of rechts
gekanteld
In dit geval is de rechterkant
omlaag gezakt.
• Wanneer de camera zeer weinig of helemaal niet gekanteld is, wordt de waterpas
groen.
Zelfs wanneer de hoek min of meer wordt gecorrigeerd, kan er een fout zijn van ±1 graad.
Als de [Niveaumeting] is toegewezen aan een functieknop, kunt u de waterpas aan- en uitzetten
door op de functieknop te drukken.
Wellicht wordt de waterpas niet correct weergegeven of werkt de richtingsdetectiefunctie (→44)
niet goed als u foto’s maakt met de camera sterk omhoog of omlaag gericht.