Operation Manual
74
SQW0554
Basisbediening
TZ100/TZ101
De instellingen veranderen die aan de
bedieningsring/het functiewieltje achterop toegewezen zijn
Opnamemodus:
De instellingen veranderen die aan de bedieningsring/het functiewieltje achterop
toegewezen zijn.
1
Stel het menu in
→ [Voorkeuze]→[Ring/knop instellen]
2
Gebruik om [ ] (bedieningsring) of [ ] (functiewieltje
achterop) te selecteren en druk op [MENU/SET]
3
Selecteer met de instelling en druk op [MENU/SET]
[DEFLT] [Normaal] [Fotostijl] (→129)
[Zoom]
*
(→236)
[Filtereffect] (→131)
[Stapsg. zoom]
*
(→239)
[Aspectratio] (→139)
[Belichtingscomp.] (→177) [Schaduw markeren] (→133)
[Gevoeligheid] (→179) [Int.dynamiek] (→142)
[Witbalans] (→134) [I.resolutie] (→142)
[AF mode] (→149) [Flitser] (→243)
[Focusfunctie] (→146, 165, 167) [Flitser instel.] (→250)
[Aandrijfstand] (→201)
[OFF] [Niet ingesteld]
*
*
Onderdelen die alleen kunnen worden ingesteld met de bedieningsring
• Om terug te keren naar de standaardinstelling, selecteert u [Normaal].
• Als u de bedieningsring niet gebruikt, selecteert u [Niet ingesteld].
• Gebruik onder [Schaduw markeren] de bedieningsring en het functiewieltje
achterop.
Als [Schaduw markeren] aan de bedieningsring (of aan het functiewieltje
achterop) is toegewezen, wordt [Schaduw markeren] ook aan het functiewieltje
achterop (of aan de bedieningsring) toegewezen.
●
De instelling van de toegewezen functie geldt voor alle opnamemodi.
De toegewezen functie werkt mogelijk echter niet wanneer deze met bepaalde opnamemodi wordt
gecombineerd.