Operation Manual

93
SQW0554
Opnamemodus
Foto’s maken met automatische instellingen (Intelligent Auto modus)
De achtergrond onscherp maken (bedieningsfunctie
onscherpte)
Opnamemodus:
U kunt gemakkelijk de onscherpte van de achtergrond instellen terwijl u het scherm
controleert.
1
Druk op om het instelscherm weer te geven
In de Intelligent Auto Plus modus schakelt u elke keer als u op drukt tussen de bewerkingen
helderheidsinstelling (belichting) (→94), de instelling voor vervaging en de afwerking.
In de Intelligent Auto modus schakelt u elke keer als u op
drukt tussen de instelling voor
vervaging en de afwerking.
2
TZ100/TZ101
Draai het functiewieltje achterop om de achtergrondonscherpte aan te passen
TZ80/TZ81
Draai de bedieningsknop om de achtergrondonscherpte aan te passen
250 125 60 30 15
8.05.62.8 4.0
Zeer onscherp Enigszins onscherp
Druk op [MENU/SET] om terug te gaan naar het opnamescherm.
Bij bediening via het aanraakscherm
Raak [ ] aan
Raak [ ] aan om het instelscherm te openen
Sleep de belichtingsmeter om de onscherpte in te stellen
Druk op [MENU/SET] om terug te gaan naar het
opnamescherm.
Wanneer u op de [Q.MENU/ ]-knop op het instelscherm voor onscherpte drukt, wordt de
instelling geannuleerd.
In de Intelligent Auto modus ([ ] of [ ]) is de automatische scherpstelmodus ingesteld op
[
]. U kunt de positie van het AF-gebied ook instellen door het scherm aan te raken. (Het
formaat kan niet worden gewijzigd.)