Operation Manual

Table Of Contents
- 66 -
Tijdens het opnemen kan het ingangsniveau van de ingebouwde microfoons bijgesteld worden.
1 Selecteer het menu.
2
(Als [Instel. ]/[Instel. ] geselecteerd is)
Raak / aan om in te stellen.
Stel het gevoeligheidsniveau van de microfoon zodanig in
dat de laatste 2 balken van de gain-waarde niet rood zijn.
(Anders wordt het geluid vervormd.) Selecteer een lagere
instelling voor het gevoeligheidsniveau van de microfoon.
3 Raak [ENTER] aan.
Raak [STOP] aan om de instelling te voltooien.
(ingangsniveaumeter microfoon) verschijnt op het
scherm.
U kunt niet opnemen met het geluid volledig onderbroken.
Stelt de kwaliteit van het beeld in tijdens het opnemen.
Stel in door het beeld uit te voeren naar een televisie en dan de beeldkwaliteit te veranderen.
Deze instelling wordt gehandhaafd als u tussen de opnamewijze voor videobeelden en de
opnamewijze voor stilstaande beelden schakelt.
Naar de handmatige werking schakelen. (l 47)
1 Selecteer het menu.
2 Raak de gewenste instellingsopties aan.
3 Raak / aan om de instellingen uit te voeren.
4 Raak [ENTER] aan.
Raak [STOP] aan om de instellingen te voltooien.
verschijnt op het beeldscherm.
[Mic. Niveau]
: [OPNAME INST.] # [Mic. Niveau] # gewenste instelling
[AUTO]: AGC wordt ingeschakeld en het gevoeligheidsniveau van de
microfoon voor opnemen wordt automatisch ingesteld.
[Instel. ]:
Het gewenste opnameniveau kan ingesteld worden. AGC wordt
geactiveerd en de vervormingen van het geluid worden gereduceerd.
[Instel. ]: Het gewenste opnameniveau kan ingesteld worden. De geluiden
worden met een natuurlijke kwaliteit opgenomen.
MENU
A Links
B Rechts
C Microfoongevoeligheidsniveau
[BEELDINSTEL.]
: [OPNAME INST.] # [BEELDINSTEL.]
[SCHERPTE]: Scherpte van de rand
[KLEUR]: Diepte van de kleur van het beeld
[BELICHTING]: Helderheid van het beeld
[WB aanpassing]: Kleurbalans beeld
MENU