Operation Manual

- 117 -
Gebruik van [Afst. Bedien.] met een verbinding met
een draadloos toegangspunt
Als het toestel een Android is (NFC-compatibel)
Schakel de NFC-functie van de smartphone in.
1 Breng de verbinding tussen de smartphone en het draadloze toegangspunt
tot stand.
Als u voor het eerst verbinding maakt met NFC breng de verbinding dan tot stand tussen dit
toestel en een draadloos toegangspunt. (l 145)
2 Start de toepassing “Image App” van de smartphone.
3 Raak de smartphone op van dit toestel aan.
Raak het NFC-aanraakgebied aan als het NFC-merk op het
scherm van de smartphone weergegeven wordt.
Als het de eerste keer is dat de smartphone zich met dit toestel
in verbinding stelt, raak dan [JA] aan op het scherm van dit
toestel en raak vervolgens opnieuw de smartphone op van
dit toestel aan.
Als het toestel zelfs niet herkend wordt wanneer de smartphone
aangeraakt wordt, verander dan de posities en probeer het
opnieuw.
De verbinding kan niet tot stand gebracht worden wanneer dit toestel aan het opnemen is.
Als de verbinding volledig tot stand gekomen is, worden de beelden van dit toestel op het scherm
van de smartphone weergegeven.
Ook al werd dit toestel met de LCD-monitor uitgeschakeld dan wordt dit toestel zelfs
ingeschakeld als de icoon van de smartphone op van dit toestel aangeraakt wordt.
Als u de tweede smartphone aanraakt terwijl dit toestel al verbinding met de
eerste gemaakt heeft
De bediening op afstand met de eerste smartphone waarmee verbinding met dit toestel gemaakt
werd, zal afgesloten worden en er zal verbinding gemaakt worden met de nieuw aangeraakte
smartphone.
De verbinding kan niet tot stand gebracht worden terwijl dit toestel aan het opnemen is of
wanneer het tijdens de bediening op afstand een bestand naar de smartphone kopieert.
Als het toestel een Android is (niet NFC-compatibel) of een iOS
1 Breng de verbinding tussen de smartphone en het draadloze toegangspunt
tot stand.
2 Druk op dit toestel op de Wi-Fi-knop en raak [Afst. Bedien.] aan.
Deze zal in verbindingstand-by gaan voor werking op afstand.
3 Start de toepassing “Image App” van de smartphone.
Als de verbinding volledig tot stand gekomen is, worden de beelden van dit toestel op het scherm
van de smartphone weergegeven.
Verlaten van [Afst. Bedien.]:
Raak [STOP] aan of druk op de Wi-Fi toets.
Het
bericht wordt weergegeven. Raak [JA] aan om de aanduiding te sluiten.