Operation Manual

- 151 -
Als geen Wi-Fi-verbinding gemaakt kan worden
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat dat gebruikt wordt voor details over de
instelling van het draadloze toegangspunt of de smartphone.
Probleem Controlepunten
Er kan geen verbinding met
het draadloze toegangspunt
gemaakt worden.
Het draadloze toegangspunt
wordt niet gedetecteerd.
(Algemeen)
Schakel het draadloze toegangspunt in.
Nader het draadloze toegangspunt en breng opnieuw de
verbinding tot stand.
Als het enige tijd duurt om de verbinding tot stand te brengen,
zal de Wi-Fi-verbinding afgebroken worden.
Voer de instellingen van de verbinding opnieuw uit.
Controleer hoe u verbinding met het draadloze toegangspunt kunt
maken en hoe de veiligheidsinstellingen ingesteld moeten worden.
Als een draadloos toegangspunt zowel de 2,4 GHz-band als
de 5 GHz-band ondersteunt, controleer dan of de instelling
voor de 2,4 GHz-band vrijgegeven is.
Controleer of het draadloze toegangspunt in dit toestel
geregistreerd is. (l 153)
Het kan zijn dat het apparaat niet in staat is het draadloze
toegangspunt te lokaliseren wegens problemen met het
signaal. Raadpleeg “Handmatig tot stand brengen van een
verbinding”. (l 147)
([Easy Connection (WPS)])
Controleer of het draadloze toegangspunt op de juiste WPS-
stand-by-modus staat.
Controleer of de PIN-code correct ingevoerd is.
([Zoeken] of [Handmatige Input])
Controleer of de SSID en het password correct ingevoerd zijn.
Controleer de authenticatiemethode, het encryptietype en de
encryptiecode (password).
De radiogolven van het
draadloze toegangspunt
worden onderbroken.
De situatie kan verbeteren door de positie of de hoek van het
draadloze toegangspunt te veranderen.
Als u in de nabijheid een ander apparaat met 2,4 GHz-band
gebruikt, zoals een magnetronoven of een draadloze
telefoon, dan kan het signaal onderbroken worden. Houd
voldoende afstand aan ten opzichte van dit soort apparaten.