Operation Manual

- 152 -
De Wi-Fi verbinding is niet
mogelijk tussen dit apparaat
en een smartphone
(Verbinding draadloos toegangspunt)
Controleer of de smartphone correct op het draadloze
toegangspunt aangesloten is door de Wi-Fi-instellingen van
de smartphone na te kijken.
Controleer of dit toestel en de smartphone met hetzelfde
draadloze toegangspunt verbonden zijn.
Controleer of het draadloze toegangspunt in dit toestel
geregistreerd is. (l 153)
(Directe verbinding)
Controleer of de smartphone correct op dit toestel aangesloten
is door de Wi-Fi-instellingen van de smartphone na te kijken.
Controleer of de SSID en het password correct ingevoerd zijn.
Controleer of de smartphone niet op het draadloze toegangspunt
aangesloten is. Is het wel op het draadloze toegangspunt
aangesloten, verander dan het Wi-Fi-toegangspunt met gebruik
van de Wi-Fi-instelling van de smartphone.
Het duurt steeds lang
voordat verbinding met een
smartphone gemaakt wordt.
Het kan langer duren om verbinding te maken, afhankelijk
van de instelling van de Wi-Fi-verbinding op de smartphone
maar dit is geen storing.
Dit toestel wordt niet
weergegeven op het Wi-Fi-
instelscherm van de
smartphone.
Probeer de Wi-Fi-functie in de Wi-Fi-instellingen van de
smartphone in/uit te schakelen.
De Wi-Fi verbinding wordt
onmiddellijk losgekoppeld
Als er een instelling is voor het vermijden van slechte
verbindingen in het Wi-Fi-instellingenmenu van het Android-
apparaat 4.0 of latere versie, schakel deze dan uit.
Als dit toestel met een
draadloos toegangspunt
verbonden is en de "Image
App" gestart is, kan het dit
toestel niet vinden.
Sluit de “Image App” en druk op dit toestel op de Wi-Fi-knop om
de Wi-Fi-verbinding te verbreken. Sluit dit toestel daarna weer
aan op het draadloze toegangspunt en start de “Image App”.
Er kan geen verbinding
gemaakt worden met
gebruik van NFC.
Controleer of uw smartphone compatibel is met NFC. Dit
toestel kan met NFC-compatibele aansluitingen via Android
(Besturingssysteem versie 2.3.3 of later) gebruikt worden.
Controleer of de NFC-functie van uw smartphone ingeschakeld is.
Controleer of dit toestel niet met de power-toets uitgeschakeld is.
Sommige smartphones kunnen niet gecontroleerd worden
door ze eenvoudig aan te raken. Als dit toestel niet herkend
wordt, zelfs niet na aanraking, verander dan de posities en
probeer het opnieuw door het langzaam aan te raken.
Raak het opnieuw aan als na aanraking geen verbinding
gemaakt wordt.
Als nog steeds geen verbinding tot stand gebracht kan
worden, sluit dan de “Image App” af, schakel dit toestel uit en
probeer opnieuw een verbinding tot stand te brengen.
Als de tijd waarin toestel met de smartphone in contact staat
te kort is, kan het zijn dat dit toestel de smartphone niet
herkent. Laat dit toestel langer in contact met de smartphone.
Probleem Controlepunten