Operation Manual

40
VQT2B23
De volgende functies die geschikt zijn voor de omstandigheden, worden ingesteld zodra u alleen maar het toestel richt op
wat u wilt opnemen.
Bij aanschaf van dit toestel is de intelligente automatische functie ingeschakeld.
De instelling wordt automatisch door het toestel
geselecteerd waardoor, afhankelijk van de
opnameomstandigheden, mogelijk niet de gewenste
instelling wordt geselecteerd.
De helderheid kan plotseling veranderen of flikkeren
wanneer dit wordt ingeschakeld.
In de portretfunctie wordt een oranje kader afgebeeld
rond het onderwerp dat groter is of zich dichter bij het
midden van het scherm bevindt. (
l
61)
De optische beeldstabilisatiefunctie (
l
52) wordt in alle
functies ingeschakeld.
In de volgende gevallen worden de gezichten niet onder
alle omstandigheden herkend.
j
De gezichten zijn geen volledige gezichten
j
De gezichten zijn omhoog of omlaag gekanteld
j
De gezichten worden gedeeltelijk afgedekt
(bijvoorbeeld door een zonnebril)
j
De gezichten op het scherm zijn erg klein
j
De digitale zoom wordt gebruik
De functie werkt mogelijk niet goed onder bepaalde
opnameomstandigheden, ook niet wanneer gezichten
zijn herkend.
Intelligente automatische functie
Intelligent automatisch knop
Druk op deze knop om de intelligente
automatische functie in of uit te schakelen.
Instelling Scène/effect
Portret Wanneer het onderwerp
een persoon is
De gezichten worden
automatisch herkend en
scherpgesteld, en de
helderheid wordt zodanig
ingesteld dat de
gezichten duidelijk
worden opgenomen.
Landschap Opnemen buitenshuis
Het gehele landschap
wordt met levendige
kleuren opgenomen
zonder dat de lucht in de
achtergrond witachtig
wordt wanneer deze erg
helder is.
Spotlight Onder een spot
Een zeer helder
onderwerp wordt duidelijk
opgenomen.
Schemerlicht Donker vertrek of
schemering
De camera kan duidelijke
beelden opnemen in een
donker vertrek of in de
schemering.
Instelling Scène/effect
Normaal Overige situaties
Het contrast wordt
automatisch ingesteld
voor heldere beelden.