Operation Manual

55
VQT2B23
Opnemen
Opnemen
(Geavanceerd)
1
Opnamefuncties van
bedieningspictogrammen
Selecteer de bedieningspictogrammen om verschillende effecten toe te voegen aan de opgenomen beelden.
¬Verander de functie naar .
1 Raak aan om de
bedieningspictogrammen af te
beelden op het scherm.
Raak 1 aan om de pagina te
veranderen en raak aan om de
bedieningspictogrammen te laten verschijnen
of verdwijnen.
2
(bijv. Tegenlichtcompensatie)
Selecteer een bedieningspictogram.
Selecteer het bedieningspictogram nogmaals
om de functie te annuleren.
* Het wordt niet afgebeeld wanneer de intelligente automatische functie is ingeschakeld.
Als u de camera uitschakelt of de functie verandert naar , worden de nachtkleurenstand,
tegenlichtcompensatie en tele-macro geannuleerd.
Als u de camera uitschakelt, wordt de fade-functie geannuleerd.
Het is mogelijk in te stellen op het menu. (l 28)
Nadat [Display] is ingesteld op [UIT] en gedurende 3 seconden geen bediening is uitgevoerd, gaat
het bedieningspictogram uit. Raak het scherm aan om het pictogram weer af te beelden. Als AF-
volgen wordt gebruikt, wordt het pictogram niet afgebeeld.
F
F
F
F
F
Bedieningspictogrammen
Tegenlichtcompen
satie
Intelligent contrast
control
*
Fade Huidskleurstand
*
Tele-macro
Nachtkleurenstand
*
F
F
F
F
F
F