Operation Manual

56
VQT2B23
Functie Effect
Tegenlichtcompensatie
Deze functie maakt het beeld helderder om te voorkomen
dat het donker wordt als gevolg van belichting vanachter het
onderwerp.
Intelligent contrast
control
Deze functie maakt delen van het beeld die zich in de
schaduw bevinden en moeilijk te zien zijn helderder, en
onderdrukt tegelijkertijd de witverzadiging van de heldere
delen van het beeld. Zowel helder als donkere delen kunnen
goed worden opgenomen.
Fade
(Infaden)
(Uitfaden)
Wanneer u met het opnemen begint, verschijnen beeld en
geluid geleidelijk. (Infaden)
Wanneer u het opnemen onderbreekt, verdwijnen beeld en
geluid geleidelijk. (Uitfaden)
Als het opnemen stopt wordt de fade-instelling geannuleerd.
Kleurselectie voor in-/uitfaden
Selecteer het menu. (l 27)
[OPNAME INST.] # [FADE KLEUR] # [WIT] of [ZWART]
Huidskleurstand
Met deze functie lijken huidtinten zachter voor een mooiere
uitstraling.
Dit heeft meer effect wanneer u een persoon van dichtbij van
de borst omhoog opneemt.
Tele-macro
U kunt nog indrukwekkendere beelden opnemen door bij
een close-up alleen scherp te stellen op het onderwerp en
de achtergrond te vervagen.
Deze camera kan scherpstellen op onderwerpen op een
afstand van ongeveer 50 cm.
Bij een zoombereik van 16k of minder, wordt de camera
automatisch ingesteld op 16k.
Nachtkleurenstand
Deze functie maakt het mogelijk kleurenbeelden op te
nemen in sterk onderbelichte situaties. (Minimaal vereiste
verlichting: ong. 1 lx)