Operation Manual

- 143 -
Door NFC te gebruiken, kunt u gemakkelijk een rechtstreekse verbinding tot stand brengen tussen
dit toestel en een smartphone.
∫ Als het toestel een Android is (NFC-compatibel)
Gebruik NFC om een rechtstreekse verbinding tot stand te brengen tussen dit
toestel en de smartphone.
≥ Ga verder met “Gebruik van [Afst. Bedien.] met een rechtstreekse verbinding”. (l 144)
∫ Als het toestel een Android is (niet NFC-compatibel) of een iOS
Bedien dit toestel en de smartphone om een rechtstreekse verbinding tot stand
te brengen.
≥ [Easy Connection (WPS)] (l 177)
≥ Verbinden met een QR-code (l 177)
≥ Verbinding maken door invoering van een SSID en een password (l 178)
Als de Wi-Fi-verbinding gemaakt is, ga dan verder met “Gebruik van [Afst. Bedien.] met een
rechtstreekse verbinding”. (l 144)
1 Controleer of het draadloze toegangspunt compatibel is met IEEE802.11b/g/n.
2 Breng een Wi-Fi-verbinding tussen dit toestel en het draadloze toegangspunt
tot stand.
≥ [Easy Connection (WPS)] (l 173)
≥ Zoeken naar draadloze toegangspunten voor het tot stand brengen van een verbinding (l 174)
≥ Handmatig tot stand brengen van een verbinding (l 175)
Als de Wi-Fi-verbinding gemaakt is, ga dan verder met “Gebruik van [Afst. Bedien.] met een
verbinding met een draadloos toegangspunt”. (l 145)
≥ Door [Wi-Fi Easy Setup] te gebruiken, kunt u ook een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen die aan
de smartphone-applicatie “Image App” gekoppeld is. (l 172)
Opzetten van een rechtstreekse Wi-Fi-verbinding tussen dit toestel en
een smartphone
Opzetten van een Wi-Fi-verbinding via een draadloos toegangspunt