Operation Manual

- 159 -
Afspelen op een TV
U kunt scènes en foto's, die met dit toestel opgenomen zijn of erin opgeslagen zijn, afspelen op een
TV.
De volgende scènes kunnen afgespeeld worden:
j Scènes opgenomen in AVCHD
j Scènes opgenomen in MP4/iFrame [720]
j Scènes bewaard in MP4 (Hoge kwaliteit) of MP4 (Lage kwaliteit)
1 Druk op de Wi-Fi-knop en raak [Afsp. DLNA] aan.
Als u [Wijzig AP] aanraakt, kunt u naar een ander draadloos toegangspunt schakelen dat op dit
toestel geregistreerd is.
Als u [Annuleren] aanraakt, wordt de Wi-Fi-verbinding ongedaan gemaakt.
Als de verbinding volledig tot stand gekomen is, wordt het scherm van dit toestel uitgeschakeld.
Om het opnieuw weer te geven, raakt u het scherm aan.
2 Selecteer dit toestel (SSID) aan de TV-zijde.
Selecteer de media ([SD/MEM]) en selecteer de film ([AVCHD/MP4]) of foto ([JPEG]) die
afgespeeld moet worden.
3 Voer de afspeelhandelingen uit met de afstandsbediening van de TV.
De afspeelhandelingen kunnen verschillend zijn, afhankelijk
van de TV die gebruikt wordt.
De volgende handelingen kunnen uitgevoerd worden als op
een gekleurde knop gedrukt wordt.
Blauw/rood: Skippen
Het snel vooruit/snel achteruit afspelen kan niet uitgevoerd
worden.
U kunt de bediening van het afspelen niet met dit toestel
uitvoeren.
Verlaten van [Afsp. DLNA]:
Raak [STOP] aan of druk op de Wi-Fi toets.
Er wordt een bericht weergegeven. Raak [JA] aan om te
verlaten.
Scènes die in de volgende [Opn. stand] opgenomen zijn, kunnen niet afgespeeld worden:
j MP4/iFrame: [1080/50M]/[1080/28M]/[iFrame]
Afhankelijk van uw omgeving, zoals de netwerkomstandigheden, kan het zijn dat scènes niet
vloeiend afgespeeld worden.
(voorbeelden van bediening
tijdens het afspelen van films)
A Skippen
B Stop
C Afspelen/Pauze