Operation Manual

- 175 -
Als de verbinding met [Handmatige Input] gemaakt wordt, bevestig dan de SSID
(identificatienaam), de authenticatiemethode, het encryptietype en de encryptiesleutel
(password) van het draadloze toegangspunt dat u gebruikt.
1 Druk op de Wi-Fi-knop.
Als voor de eerste keer op de Wi-Fi-knop gedrukt wordt, wordt een bericht weergegeven. Raak
[JA] aan en ga verder met stap 5.
2 Raak [Wi-Fi setup] aan.
3 Raak [Draadl. toegangspunt inst.] aan.
4 Raak het deel zonder weergave van een
draadloos toegangspunt aan.
Raadpleeg voor informatie over het wissen van draadloze
toegangspunten of het veranderen van de zoekvolgorde van
draadloze toegangspunten [Draadl. toegangspunt inst.] op
pagina 182.
5 Raak [Handmatige Input] aan.
6 Raak [INPUT] aan en voer vervolgens de SSID
van het draadloze toegangspunt in waarmee
verbinding gemaakt moet worden.
Raadpleeg voor details over het invoeren van karakters pagina 98.
Als de invoering voltooid is, raak dan [Enter] aan.
7 Raak de gewenste methode voor de authenticatie van het netwerk aan.
Als [WEP] geselecteerd wordt, ga dan te werk zoals beschreven wordt in stap 9.
8 Raak de gewenste encryptiemethode aan.
Als u [GEEN] selecteert, wordt nadat de verbinding tot stand gebracht is een bericht
weergegeven.
9 (Als u [WEP]/[TKIP]/[AES] selecteert)
Raak [INPUT] aan en voer vervolgens het password in.
Raadpleeg voor details over het invoeren van karakters pagina 98.
Als de invoering voltooid is, raak dan [Enter] aan.
Er wordt een bericht weergegeven als de verbinding volledig tot stand gebracht is.
Handmatig tot stand brengen van een verbinding
Type netwerkauthenticatie
Encryptietypes die ingesteld kunnen
worden
[Open] [GEEN]/[WEP]
[WEP] Het is niet mogelijk om een encryptie in te
stellen.
[WPA-PSK]/[WPA2-PSK] [TKIP]/[AES]
Bevestiging van de volledig tot stand gebrachte Wi-Fi-verbinding
j Het statuslampje van dit toestel brandt groen
j wordt op het beeldscherm weergegeven
A [Wissen]
B [STOP]