Operation Manual

- 64 -
Handmatige scherpstelling
Als automatisch scherpstellen niet goed functioneert, gebruikt u handmatige scherpstelling.
Naar de handmatige werking schakelen. (l 61)
Raadpleeg voor informatie over het instellen van onderdelen met de handmatige multi-ring
pagina 61.
1 (Wanneer de MF-assist-functie gebruikt wordt)
Selecteer het menu.
Raak aan om het handmatige pictogram weer te geven.
2 Raak [FOCUS] aan.
3 Raak [MF] aan om naar de handmatige scherpstelling over te gaan.
MF verschijnt op het scherm.
4 Stel de scherpstelling in door aan de
handmatige multi-ring te draaien.
De scherpstelzone wordt blauw weergegeven. Het gewone
beelscherm keert terug ongeveer 2 seconden nadat u klaar
bent met scherp stellen van het onderwerp.
Wanneer [MF-HULP] op [UIT] staat, wordt de blauwe zone
niet weergegeven.
Om terug te keren naar automatische scherpstelling, raakt
u [AF] aan in stap 3 of verandert u de opnamemodus in
Intelligent Auto modus. (l 50)
De blauwe weergave verschijnt niet op de huidig opgenomen beelden.
: [OPNAME INST.] # [MF-HULP] # [AAN]
Draai aan de handmatige multi-
ring om de scherpstelling in te
stellen.
MENU
MNL
A Blauw weergegeven deel