Operation Manual

- 70 -
Selecteer de bedieningspictogrammen om verschillende effecten aan de opgenomen beelden toe
te voegen.
1 Raak (naar links)/ (naar rechts) van op het touch-menu aan, om de
bedieningsiconen weer te geven. (
l 21)
2 Raak een bedieningsicoon aan.
(bv. PRE-REC)
De bedieningsiconen die weergegeven worden in het
touch-menu kunnen veranderd worden. ([SELECT.
BEDIEN. ICONEN]: l 38)
Selecteer de bedieningsicoon opnieuw om de functie te
annuleren.
Raadpleeg de betreffende pagina’s om de volgende functies te annuleren.
j Ingebouwde flits (l 72)
j Zelfontspanner (l 73)
j Richtlijnen (l 73)
j Videolicht (l 74)
j Nachtmodus (l 74)
De icoon wordt weergegeven als de bedieningsicoon ingesteld wordt.
Bedieningspictogrammen
*1 Niet weergegeven in de opnamewijze voor foto’s.
*2 Niet weergegeven in de opnamewijze voor films.
*3 Dit wordt alleen weergegeven als een hoofdtelefoon op de betreffende aansluiting aangesloten
is. Als [Mic. Niveau] (l 84) op iets anders dan [AUTO] staat, wordt weergegeven als de
bedieningsicoon en is het mogelijk het ingangsniveau van de microfoon in te stellen.
Als u het toestel uitschakelt of op de opname-/afspeelknop drukt, zullen de functies van
PRE-REC, de zelfontspanner, de tegenlichtcompensatie en de nachtmodus geannuleerd worden.
Indien u het toestel uitschakelt, wordt de fade-functie geannuleerd.
De instelling is mogelijk vanuit het menu.
(Met uitzondering van de volumeregeling van de hoofdtelefoon)
Geavanceerd (opnemen)
Opnamefuncties van de
bedieningsiconen
PRE-REC
Faden
*1
Intelligent contrast controle
*1
PRE-REC
*1
Ingebouwde flits
*2
Rode-ogenreductie
*2
Zelfontspanner
*2
Intelligente belichting
*2
Tegenlichtcompensatie
Richtlijnen
Videolicht
*1
Nachtmodus
*1
Instelling volume hoofdtelefoon/
Instelling microfoonniveau
*3