Operation Manual

- 85 -
Stelt de kwaliteit van het beeld in tijdens het opnemen.
Stel in door het beeld uit te voeren naar een televisie en dan de beeldkwaliteit te veranderen.
Deze instelling wordt gehandhaafd als u tussen de opnamewijze voor videobeelden en de
opnamewijze voor stilstaande beelden schakelt.
Naar de handmatige werking schakelen. (l 61)
1 Selecteer het menu.
2 Raak de gewenste instellingsopties aan.
3 Raak / aan om de instellingen uit te voeren.
4 Raak [ENTER] aan.
Raak [STOP] aan om de instellingen te voltooien.
verschijnt op het beeldscherm.
Instellen van de beeldkwaliteit met de handmatige multi-ring
1 Druk op de handmatige multi-ring.
Als een item op de icoon voor de afstelling van de beeldkwaliteit of de icoon voor de handmatige
werking (l 61) niet geselecteerd is, zullen telkens wanneer u op de handmatige multi-ring drukt
de icoon voor de afstelling van de beeldkwaliteit en de icoon voor de handmatige werking
afwisselend weergegeven worden. Laat de icoon voor de afstelling van de beeldkwaliteit
weergeven.
U kunt de icoon voor de bijstelling van de beeldkwaliteit ook weergeven door op de handmatige
multi-ring te drukken en deze ingedrukt te houden.
2 Draai aan de handmatige multi-ring om een onderdeel te selecteren.
3 Druk op de handmatige multi-ring om het in te stellen.
4 Draai aan de handmatige multi-ring
om de instelling te regelen.
[BEELDINSTEL.]
: [OPNAME INST.] # [BEELDINSTEL.]
[SCHERPTE]: Scherpte van de rand
[KLEUR]: Diepte van de kleur van het beeld
[BELICHTING]: Helderheid van het beeld
[WB aanpassing]: Kleurbalans beeld
MENU
MNL
A Icoon instelling
beeldkwaliteit
[SCHERPTE]
[KLEUR]
[BELICHTING]
[WB aanpassing]
MNL