Operation Manual

1.13.2 Het gebruik van de directories
U kunt opbellen via de directories
(Directory voor Persoonlijk-verkort kiezen, Directory voor Systeemverkort
kiezen en Directory voor toestelnummers).
Alleen persoonlijke directories kunnen worden opgeslagen, bewerkt of verwijderd op uw eigen toestel.
Als een gesprek binnenkomt terwijl u een directory gebruikt, zal de displayweergave worden vervangen door
de gegevens van de beller.
Opbellen met de directory
Opslaan van namen en nummers
Tekens invoeren
Opbellen met de directory
Selecteren en opbellen
Druk op Rechts
totdat de gewenste
directory verschijnt.*
Druk op Omhoog of
Omlaag totdat de
gewenste partij verschijnt.
Terwijl de hoorn op de haak ligt
Hoorn van de haak.
KX-NT300/KX-NT500/KX-DT300/KX-T7600
* De volgorde van weergave is als volgt:
Eenmaal: Directory voor Persoonlijk
-verkort kiezen
Tweemaal: Directory voor Systeem-verkort kiezen
Driemaal: Directory voor toestelnummers
Druk op de CANCEL of R-toets om de funktie te annuleren of te verlaten.
U kunt met behulp van een PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer)-code uw Directory voor
Persoonlijk-verkort kiezen blokkeren, zodat u ongewenste toegang tot gespreksinformatie
voorkomt (Displayblokkering). Zie "3.1.2 Instellen via de Programmeermodus".
In
directory velden dienen in het algemeen naam en nummer te zijn ingevoerd. Als de naam
niet is ingevoerd, kan een veld niet worden weergegeven.
De Directory voor Systeem-verkort kiezen verschijnt op het display als u op de AUTOMA-
TISCH KIEZEN/OPSLAAN toets drukt terwijl de hoorn op de haak ligt.
Bedieningshandleiding 181
1.13.2 Het gebruik van de directories