Operation Manual

- 109 -
Gevorderd (Terugspelen)
U kunt een beveiliging instellen voor opnamen waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk gewist
kunnen worden.
Selecteer [BEVEILIGEN] op het [AFSPELEN] functiemenu. (P24)
Op [] drukken om terug te keren naar het menuscherm.
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Alle instellingen [BEVEILIGEN] annuleren
1 [ANNUL] op het scherm dat getoond wordt in stap 2 kiezen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u de beveiliging annuleert, zal het annuleren halverwege stoppen.
Aantekening
De beveiliging werkt eventueel niet op andere apparatuur.
Zelfs als u opnamen in het ingebouwde geheugen of op een kaart beveiligt, zullen ze gewist worden
als het ingebouwde geheugen of de kaart geformatteerd wordt.
Zelfs als u de beelden niet beschermt op een SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart,
kunnen ze niet gewist worden wanneer de schrijfbeveiliging van de kaarten op [LOCK] staat.
[BEVEILIGEN]
Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Selecteer het beeld en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
Wanneer [MULTI] geselecteerd is
Deze stappen herhalen voor elk beeld.
De instellingen worden geannuleerd
wanneer er opnieuw op [MENU/SET]
gedrukt wordt.
[ENKEL] [MULTI]
Op 2/1 drukken
om het beeld te
kiezen.
Druk op 3/4/2/1
om de beelden te
selecteren.
1
2
3
4