Operation Manual

Gevorderd (Terugspelen)
- 98 -
U kunt tekst (commentaar) aan de beelden toevoegen. Nadat er tekst geregistreerd is, kan dit
in de afdrukken gezet worden m.b.v. [TEKST AFDR.] (P100). (Er kunnen alleen alfabetische
tekens en symbolen ingevoerd worden.)
Selecteer [TITEL BEW.] op het [AFSPELEN] functiemenu. (P24)
Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Druk op 3/4/2/1 om te kiezen en druk vervolgens op
[MENU/SET] om te registreren.
Druk op [DISPLAY] om te schakelen tussen [A] (hoofdletters), [a]
(kleine letters) en [&/1] (speciale letters en nummers).
De cursor bij de invoerpositie kan verschoven worden naar links met
[L] en naar rechts met [
Z].
Om een spatie in te voeren, de cursor verschuiven naar [SPATIE] of om een ingevoerd teken
te wissen, de cursor verschuiven naar [WISSEN], en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Om te stoppen met bewerken op een willekeurig tijdstip tijdens het invoeren van tekst, op []
drukken.
Er kan een maximum van 30 tekens ingevoerd worden.
Druk op 3/4/2/1 om de cursor te verplaatsen naar [EXIT] en druk dan
op [MENU/SET] om de tekstinvoer te eindigen.
Druk op [] om terug te keren naar het menuscherm.
¢
¢ Het menuscherm wordt automatisch hersteld wanneer [MULTI] geselecteerd is.
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
[TITEL BEW.]
Selecteer het beeld en druk
vervolgens op [MENU/SET] om in
te stellen.
[] A is afgebeeld voor beelden die al
opgenomen zijn met tekst in [BABY1]/
[BABY2] (P65) of [HUISDIER] (P66)
naaminstellingen in scènefunctie of
[TITEL BEW.].
Instelling [MULTI]
Op [DISPLAY] drukken om (herhalen)
in te stellen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken.
De instelling wordt geannuleerd wanneer
[DISPLAY] nog een keer ingedrukt wordt.
Titels kunnen niet veranderd of gewist
worden in [MULTI].
[ENKEL] [MULTI]
Op 2/1 drukken
om het beeld te
kiezen.
Druk op 3/4/2/1 om
de beelden te
selecteren.
1
2
3
A
4
5
6