Operation Manual

Basiskennis
- 32 -
[OPNAME] functie: ñ
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligente Automatische Functie)
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de
opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de
instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
Scènedetectie/[STABILISATIE]/[SLIMME ISO]/Gezichtsdetectie/Compensatie van de
achtergrondverlichting/Digitale Rode-ogencorrectie
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
Op 3/4 drukken om [INTELLIGENT AUTO]te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
U kunt snel naar Intelligente automatische functie schakelen door op [¦] A te drukken
wanneer de [OPNAME]/[AFSPELEN] selectorschakelaar ingesteld is om op te nemen.
Door [¦] opnieuw in te drukken gaat u terug naar de eerdere functie.
De statusindicator 3 brandt wanneer u
dit apparaat aan 2 zet. (Deze gaat uit na
ongeveer 1 seconde.)
(1: Ontspanknop)