Operation Manual

- 59 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Het veranderen van Mijn scènefunctie
1 Op [MODE] drukken, het derde item van boven selecteren
en op [MENU/SET] drukken.
2 Op [MENU/SET] drukken om het menuscherm af te
beelden.
3 Druk op 3 om [¿] te kiezen, schakel menu’s en druk op 1.
Voor details over het schakelen van menu’s, P21 raadplegen.
4 Op 3/4/2/1 drukken om het gewenste scènemenu te
kiezen.
5 Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Over de informatie
Als u op [DISPLAY] drukt terwijl u een Scènefunctie selecteert, wordt er uitleg afgebeeld over
elke Scènefunctie. (Als u weer op [DISPLAY] drukt, keert het scherm terug naar het menu van
de Scènefunctie.)
In [SCÈNE MODE], kunt u de scènefunctie selecteren elke keer dat u een opname maakt.
1 In stap 2, [SCÈNE MODE] selecteren en op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de scènefunctie te kiezen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken om in te stellen.
Het opnamescherm voor de geselecteerde scènefunctie zal afgebeeld worden.
Aantekening
Om de scènefunctie te veranderen, op [MENU/SET] drukken en vervolgens op 1 drukken en
terugkeren naar stap
3.
De flitsinstelling van de scènefunctie wordt weer op de begininstelling gezet wanneer de
scènefunctie veranderd wordt.
Wanneer u een opname maakt met een scènefunctie dat niet geschikt is voor dat doeleinde,
kan de tint van het beeld verschillen van de werkelijke scène.
De volgende items kunnen niet ingesteld worden in de scènefunctie omdat het toestel ze
automatisch op de optimale instelling zet.
[SLIMME ISO]
[GEVOELIGHEID]
[KLEURFUNCTIE]
Sluitertijd voor scènefuncties met uitzondering van [SPORT], [NACHTPORTRET], [NACHTL.
SCHAP], [KAARSLICHT], [BABY1]/[BABY2], [HUISDIER], [FLITS-BURST],
[STERRENHEMEL] en [VUURWERK] zullen van 1/8ste van een seconde tot 1/2000ste van
een seconde zijn.
Het selecteren van de scènefunctie voor elke opname (Scènefunctie)