Operation Manual

Gevorderd
49
VQT0Y77
De focus wordt vast ingesteld tijdens de
eerste opname.
Met de zelfontspanner is het aantal
opnamen met de burstfunctie vast
ingesteld op 3.
De burstfunctie wordt niet geannuleerd
wanneer het toestel uitgezet wordt.
Wanneer de auto bracket en de
burstfunctie tegelijk ingesteld zijn, zal de
auto bracket voorrang krijgen.
De belichting en de witbalans wijzigen
naar gelang van de burstinstellingen.
Wanneer de burstfunctie ingesteld is op
[ ] (DMC-FX07)/[ ] of [ ]
(DMC-FX3), worden ze vast ingesteld op
de waarden voor het eerste beeld.
Wanneer de burstsnelheid ingesteld is op
[ ] of [ ] (DMC-FX07)/[ ]
(DMC-FX3), worden ze aangepast telkens
als u een opname maakt.
[ ] is vastgesteld wanneer het eerste
beeld gemaakt wordt. (DMC-FX07)
Wanneer de burstfunctie ingesteld wordt,
wordt de automatische overzichtsfunctie
geactiveerd ongeacht de instelling van het
automatische overzicht. (Het beeld wordt
niet vergroot.) U kunt de automatische
overzichtfunctie niet instellen in het
[SET-UP] menu.
Wanneer de burstfunctie geactiveerd
wordt, kan [AUDIO OPNAME] niet
gebruikt worden.
Wanneer de flits geactiveerd is of
[STERRENHEMEL] in scènefunctie is
gekozen, kunt u maar 1 opname maken.
Close-up’s maken
Met deze functie kunt u close-up’s maken
van een object, bijv. wanneer u opnamen
van bloemen maakt. U kunt opnamen
maken van een object tot op een afstand
van 5 cm van de lens door het
zoomhendeltje zo ver mogelijk naar Breed
te zetten (1k).
Focusbereik
We raden het gebruik van een statief en
de zelfontspanner aan (P44) in de
macrofunctie.
Wanneer een object dichtbij het toestel is,
is het effectieve focusbereik (velddiepte)
aanzienlijk minder breed. Daarom kan, als
de afstand tussen het toestel en het object
gewijzigd is na het scherpstellen, het
moeilijk worden om er opnieuw op scherp
te stellen.
Als de afstand tussen het toestel en het
object buiten het focusbereik van het
toestel ligt, zou het beeld niet op de juiste
manier scherpgesteld kunnen worden
zelfs als de focusaanduiding brandt.
De macrofunctie zal voorrang geven aan
elk object dat zich dicht bij de camera
bevindt. Als dus de afstand tussen de
camera en het object meer dan 50 cm
bedraagt,duurt het langer om scherp te
stellen op dit object in de macrofunctie
dan in de normale opnamefunctie.
Het beschikbare flitsbereik is ongeveer
60 cm tot 4,0 m
(DMC-FX07) (
Breed
)/
30 cm
tot
4,0 m (DMC-FX3)
(Breed).
(Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld
is op [AUTO].)
Wij raden aan de flits op Gedwongen UIT
te zetten [ ] als u van heel dicht bij
opnamen maakt.
Wanneer u opnamen maakt in een dicht
bereik in macrofunctie, kan de resolutie
van de buitenkant van het beeld enigszins
afnemen. Dit is geen storing.
T
W
5 cm
30 cm
VQT0Y77DUT.book 49 ページ 2006年7月4日 火曜日 午後9時47分