Operation Manual

Aansluiten op andere apparatuur
95
VQT0Y77
1 Wanneer de map waarin net een beeld in
opgenomen is een beeldbestand bevat
met het nummer 999 erin
(voorbeeld: P1000999.JPG).
2 Als de net opgenomen kaart bijvoorbeeld
een map bevat met het nummer 100
[100_PANA] erop en u verwijdert deze
kaart en vervangt deze door een kaart
met een mapnummer 100 dat
opgenomen is met een andere camera
van een andere fabrikant (100XXXXX,
met XXXXX als fabrikant) en dan een
beeld op deze kaart opslaat.
3 Wanneer u opneemt nadat u kiezen
[NR.RESET] hebt gekozen (P23) in het
[SET-UP] menu. (Beelden zullen
opgenomen worden in een nieuwe map
met een nummer dat volgt op de map
waar onmiddellijk daarvoor in
opgenomen is. Door [NR.RESET] te
gebruiken op een kaart die geen
mappen of opnamen bevat, zoals een
net geformatteerde, kan het mapnummer
teruggezet worden naar 100.)
PictBridge (PTP) instellen
Zelfs als u [USB MODE] op
[PictBridge (PTP)] instelt, kunt u uw PC
aansluiten als het een OS “Windows XP” of
“Mac OS X” is.
Beelden kunnen alleen afgelezen worden
op het toestel. Ze kunnen niet op een kaart
geschreven worden of gewist worden.
Wanneer er 1000 of meer opnamen op
een kaart staan, zouden de opnamen niet
geïmporteerd kunnen worden.
Geen enkele andere USB-kabel
gebruiken dan de meegeleverde kabel.
De USB-kabel niet losmaken terwijl
[TOEGANG] afgebeeld wordt.
Wanneer er veel beelden op de kaart
staan, kan het even duren om deze te
verplaatsen.
U zou niet in staat kunnen zijn bewegende
beelden correct terug te spelen op de
kaart wanneer het toestel verbonden is
aan een PC. Importeer de bewegende
beeldenfiles naar de PC en speel ze dan
terug.
Als de batterijstroom laag is terwijl het
toestel en de PC communiceren, kunnen
de opgenomen gegevens beschadigd
raken. Wanneer u de fotocamera op de
PC aansluit, een batterij gebruiken met
voldoende stroom (P13) of de AC-adapter
(DMW-AC5; optioneel).
Als de resterende batterijstroom laag
wordt terwijl het toestel en de PC
communiceren, knippert het statuslampje
en hoort u een alarm. In dit geval
onderbreekt u de communicatie met de
PC onmiddellijk.
Wanneer u het toestel op een
“Windows 2000” OS PC aansluit met
de USB-kabel, de kaart niet vervangen
terwijl het toestel en de PC verbonden
zijn. De informatie op de kaart kan
beschadigd worden. De USB-kabel
losmaken voordat u de kaart vervangt.
Opnamen die bewerkt of omgedraaid zijn
op een PC kunnen zwart op het scherm
worden in de terugspeelfunctie (P34), de
meervoudige terugspeelfunctie (P66) en
de kalenderterugspeelfunctie (P67).
Voor informatie hierover, de aparte
handleiding voor aansluiting op de PC
raadplegen.
De gebruiksaanwijzingen voor de PC
lezen
.
Als er geen kaart in het toestel zit
wanneer dit op de PC aangesloten is, kunt
u de beeldgegevens op het ingebouwde
geheugen bewerken of openen. Als er
een kaart in zit, kunt u de beeldgegevens
op de kaart openen of bewerken.
(DMC-FX3)
U kunt niet schakelen tussen het
ingebouwde geheugen en de kaart terwijl
het toestel aangesloten is op de PC. Als u
van het ingebouwde geheugen naar de
kaart wil overschakelen, maakt u de
USB-kabel los, steekt u de kaart in het
toestel (of verwijdert u deze) en sluit u
vervolgens de USB-kabel opnieuw aan op
de PC. (DMC-FX3)
VQT0Y77DUT.book 95 ページ 2006年7月4日 火曜日 午後9時47分