Operation Manual

Overige
109
VQT1B94
4: De AF-lamp gaat niet aan.
Is [AF ASS. LAMP] in het [OPNAME]
functiemenu ingesteld op [ON]? (P66)
Maakt u opnamen op een donkere
plek?
De AF-lamp gaat niet aan op heldere
plekken.
De AF-lamp gaat niet aan als u
[ZELFPORTRET] (P45), [LANDSCHAP]
(P46), [NACHTL. SCHAP] (P46),
[ZONSONDERG.] (P49),
[VUURWERK] (P50) of [LUCHTFOTO]
(P50) hebt ingesteld in de scènefunctie.
5: Het toestel wordt warm.
Het oppervlak van het toestel kan warm
worden tijdens het gebruik. Dit heeft
geen invloed op de prestaties of de
kwaliteit van het toestel.
6: De lens klikt.
Wanneer de helderheid wijzigt wegens
bewegen met de zoom of het toestel
enz., kan de lens een klikkend geluid
maken en kan het beeld op het scherm
drastisch wijzigen. Dit heeft echter geen
invloed op het beeld.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de
automatische afstelling van de lens.
Dit is geen storing.
7: De klok is opnieuw ingesteld.
Als u het toestel gedurende lange tijd niet
gebruikt, kan het zijn dat de klok opnieuw
ingesteld wordt. Wanneer het bericht
[AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt, stel
dan de klok opnieuw in. (P14)
Wanneer u een opname maakt voordat
de klok is ingesteld, wordt
[0:00 0. 0. 0] opgeslagen.
8: De beeldweergave is lichtjes anders
dan normaal.
Afhankelijk van de zoomuitvergroting
kan het beeld er anders uitzien dan
normaal. Dit heet beeldvertekening.
Hoe dichter u bij een onderwerp komt
om opnamen met breedhoek te maken,
hoe erger het beeld vertekend zal zijn.
Dit is echter geen storing.
9: Er verschijnen kleuren op het beeld
die er niet in de werkelijke scène
waren.
Afhankelijk van de zoomuitvergroting
kan het beeld gekleurde randen
rondom het object hebben. Dit heet
chromatische aberratie en kan
zichtbaarder zijn in het geval van ver
verwijderde objecten. Dit is echter geen
storing.
10:De bestandsnummers zijn niet op
volgorde opgenomen.
Wanneer u een handeling uitvoert na
een bepaalde actie, kunnen de
opnamen opgeslagen worden in
mappen met nummers die anders zijn
dan de nummers die vóór deze
handeling gebruikt werden. (P90)
11:De mapnummers worden in
toenemende volgorde opgeslagen.
Als de batterij in het toestel wordt
gestoken of eruit wordt gehaald terwijl
de camera niet uit staat, verliest u de
mapnummers. Als u echter de camera
weer aan zet en opnamen maakt,
zullen de opgeslagen mapnummers
verschillen van de vorige
mapnummers.
12: De opname wordt zwart afgebeeld.
Opnamen die bewerkt of omgedraaid
zijn met een PC kunnen zwart
afgebeeld worden tijdens het
terugspelen (P29), in de meervoudige
terugspeelfunctie (P68) en in de
kalenderterugspeelfunctie (P69).