Operation Manual

Gevorderd (Opnamen maken)
36
VQT1B94
:AUTO
De flits wordt automatisch geactiveerd
wanneer dit nodig is voor de
opnamecondities.
: AUTO/Rode-ogenreductie
¢1
De flits wordt automatisch geactiveerd
wanneer dit nodig is voor de
opnamecondities.
De flits wordt een keer geactiveerd vóór de
eigenlijke opname om het rode-ogeneffect
(ogen van het object die rood worden op het
beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw
geactiveerd voor de eigenlijke opname.
Gebruik deze functie wanneer u
opnamen maakt van personen in slecht
belichte omstandigheden.
: Vast ingesteld op AAN
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de
opnamecondities.
Gebruik deze functie wanneer uw
object achtergrondbelichting heeft of
onder fluorescent licht staat.
: Flits vast ingesteld op AAN/
Rode-ogenreductie
¢1
De flitsinstelling is alleen vast
ingesteld op AAN/Rode-ogenreductie
wanneer u [PARTY] (P47) of
[KAARSLICHT] (P47) in de
scènefunctie instelt.
: Langzame synchr/Reductie
rode-ogeneffect
¢1
Als u beelden maakt met een donker
landschap op de achtergrond, maakt deze
functie de sluitertijd langzamer zodra de
flits geactiveerd wordt, zodat het donkere
landschap op de achtergrond helder zal
worden. Tegelijkertijd vermindert het
rode-ogeneffect.
Gebruik deze functie wanneer u
opnamen maakt van personen op een
donkere achtergrond.
: Flits vast ingesteld op UIT
De flits wordt in geen enkele
opnameconditie geactiveerd.
Gebruik deze functie om opnamen te
maken op plekken waar het gebruik
van een flits niet toegestaan is.
¢1 De flits wordt twee keer geactiveerd.
Het object mag niet bewegen totdat
de tweede flits geactiveerd is.
Beschikbare flitsinstellingen voor de
opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn
afhankelijk van de opnamefuncties.
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar,
¥: Begininstelling)
1
2