Operation Manual

Gevorderd (Opnamen maken)
66
VQT1B94
De belichting en de witbalans variëren
afhankelijk van de burstinstellingen.
Wanneer de burstfunctie ingesteld is op
[ ], worden ze vast ingesteld op de
waarde voor het eerste beeld.
Wanneer de burstsnelheid ingesteld is op
[ ] of [ ], worden ze aangepast
telkens als u een opnameopname maakt.
Als u een bewegend onderwerp volgt in
een landschap, binnenshuis, buitenshuis
enzovoort, waar een groot verschil is
tussen licht en schaduw, kan het even
duren voordat de belichting vastligt. Als u
intussen de burstfucntie gebruikt, kan de
belichting niet erg optimaal zijn.
Met de zelfontspanner is het aantal
opnamen met de burstfunctie vast
ingesteld op 3.
De burstfunctie wordt niet geannuleerd
wanneer het toestel uitgezet wordt.
Wanneer de auto bracket en de
burstfunctie tegelijk ingesteld zijn, zal de
auto bracket voorrang krijgen.
Wanneer de burstfunctie ingesteld wordt,
wordt de automatische overzichtsfunctie
geactiveerd ongeacht de instelling van het
automatische overzicht. (Het beeld wordt
niet vergroot.) U kunt de automatische
overzichtfunctie niet instellen in het
[SET-UP] menu.
Wanneer de burstfunctie geactiveerd
wordt, kan [AUDIO OPNAME] niet
gebruikt worden.
U kunt burst niet instellen in de
eenvoudige opnamefunctie [ ] en
[STERRENHEMEL] in de scènefunctie.
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P58)
Het object verlichten maakt het makkelijker
scherp te stellen wanneer u bij weinig licht
aan het opnemen bent en scherp wilt
stellen, wat moeilijk is bij weinig licht.
Als de AF-lamp ingesteld
is op [ON], wordt er een
AF-zone afgebeeld met
een grootte die breder is
dan normaal en gaat de
AF-lamp A aan wanneer u de
ontspanknop tot de helft indrukt op
donkere plekken enz.
Voorzichtig zijn met de volgende
handelingen wanneer u de AF-lamp
gebruikt.
Niet direct in de AF-lamp kijken.
De AF-lamp niet met uw vingers of
andere voorwerpen bedekken.
Wanneer u de AF-lamp niet wenst te
gebruiken (b.v. wanneer u opnamen
maakt van dieren op een donkere plek),
de [AF ASS. LAMP] op [OFF] zetten. In dit
geval zal het moeilijker worden scherp te
stellen.
De instelling voor [AF ASS. LAMP] staat
vast op [ON] in de eenvoudige functie
[].
De instelling voor de [AF ASS. LAMP]
staat vast op [OFF] in [ZELFPORTRET]
(P45), [LANDSCHAP] (P46),
[NACHTL. SCHAP] (P46),
[ZONSONDERG.] (P49), [VUURWERK]
(P50), en [LUCHTFOTO] (P50) in de
scènefunctie.
De begininstelling voor [HUISDIER] (P48)
in de opnamefunctie is [OFF].
[AF ASS. LAMP]
Scherpstellen bij weinig licht wordt
makkelijker
/SET
MENU
[ON] De AF-lamp gaat aan bij weinig
licht. Zodra dit gebeurt, verschijnt
het pictogram van de AF-lamp
[ ] op het scherm. Het effectieve
bereik van de AF-lamp is 1,5 m.
[OFF] De AF-lamp gaat niet aan.