Operation Manual

Aansluiten op andere apparatuur
91
VQT1B94
Geen enkele andere USB-kabel
gebruiken dan de meegeleverde kabel.
De USB-kabel niet losmaken terwijl
[TOEGANG] afgebeeld wordt.
Wanneer er veel beelden op de kaart
staan, kan het even duren om deze te
verplaatsen.
U zou niet in staat kunnen zijn bewegende
beelden correct terug te spelen op de
kaart wanneer het toestel verbonden is
aan een PC. Importeer de bewegende
beeldenfiles naar de PC en speel ze dan
terug.
Als de batterijstroom laag is terwijl het
toestel en de PC communiceren, kunnen
de opgenomen gegevens beschadigd
raken. Wanneer u de fotocamera op de
PC aansluit, een batterij gebruiken met
voldoende stroom (P21) of de AC-adapter
(DMW-AC5E; optioneel).
Als de resterende batterijstroom laag
wordt terwijl het toestel en de PC
communiceren, knippert het statuslampje
en hoort u een alarm. In dit geval
onderbreekt u de communicatie met de
PC onmiddellijk.
Wanneer u het toestel op een
“Windows 2000” OS PC aansluit met
de USB-kabel, de kaart niet vervangen
terwijl het toestel en de PC verbonden
zijn. De informatie op de kaart kan
beschadigd worden. Gebruik
“Hardware veilig verwijderen” in de
takenbalk van uw PC als u de kaart
wenst te vervangen.
Opnamen die bewerkt of omgedraaid zijn
op een PC kunnen zwart op het scherm
worden in de terugspeelfunctie (P29), de
meervoudige terugspeelfunctie (P68) en
de kalenderterugspeelfunctie (P69).
De gebruiksaanwijzingen voor de PC
lezen
.
Als er geen kaart in het toestel zit
wanneer dit op de PC aangesloten is, kunt
u de beeldgegevens op het ingebouwde
geheugen bewerken of openen. Als er
een kaart in zit, kunt u de beeldgegevens
op de kaart openen of bewerken.
U kunt niet schakelen tussen het
ingebouwde geheugen en de kaart terwijl
het toestel aangesloten is op de PC. Als u
van het ingebouwde geheugen naar de
kaart wil overschakelen, maakt u de
USB-kabel los, steekt u de kaart in het
toestel (of verwijdert u deze) en sluit u
vervolgens de USB-kabel opnieuw aan op
de PC.
De melding [SLUIT DE PRINTER
OPNIEUW AAN.] verschijnt als u de
keuzeknop op [ ] zet terwijl de camera
en de PC verbonden zijn. Als u het toestel
aansluit op een printer zet u de functie op
een andere dan [ ] en controleert u
daarna of er geen gegevens worden
uitgewisseld. ([TOEGANG] verschijnt op
het LCD-scherm van de camera als
gegevens worden overgeschreven.)