Operation Manual

- 55 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
¢1 Dit kan variëren afhankelijk van de [KORTE SLUITERT.] instelling (P93).
¢2 Wanneer Intelligente ISO ingesteld is (P83)
¢3 [SPORT], [BABY1]/[BABY2] en [HUISDIER] in scènefunctie (P60)
¢2, 3: De sluitertijd wordt maximaal 1 seconde in de volgende gevallen.
Als de optische-beeldstabilisator vast is ingesteld op [OFF].
Wanneer het toestel heeft bepaald dat er weinig beeldbibber is wanneer de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [MODE1], [MODE2] of [AUTO].
In intelligente automatische functie, verandert de sluitertijd afhankelijk van de geïdentificeerde
scène.
Er zullen verschillen zijn in de bovenstaande sluitertijden in de scènefuncties.
[NACHTPORTRET]/[NACHTL. SCHAP]: 8 of 1/8ste van een seconde tot 1/2000ste van een
seconde
¢4
[KAARSLICHT]: 1 of 1/8e van een seconde tot 1/2000e van een seconde
¢4
[FLITS-BURST]: 1/30ste van een seconde tot 1/2000ste van een seconde
[STERRENHEMEL]: 15 seconden, 30 seconden, 60 seconden
[VUURWERK]: 1/4ste van een seconde, 2 seconden
¢4
Alle andere scènefuncties: 1/8ste van een seconde tot 1/2000ste van een seconde
¢4 De maximum sluitertijd wordt geselecteerd wanneer de hoeveelheid beeldbibber minimaal is
terwijl [STABILISATIE] ingesteld is of wanneer [STABILISATIE] ingesteld is op [OFF].
Aantekening
Als u de flits te dicht bij een voorwerp brengt, kan dit worden vervormd of verkleurd door de
hitte of het licht van de flits.
Als u een opname maakt buiten het bereik van de flits, kan het object verkeerd belicht zijn en
de opname te donker of te licht zijn.
Wanneer de flits opgeladen wordt, knippert de flitsicoon in het rood en kunt u geen beeld
maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
De witbalans kan eventueel niet goed worden gecorrigeerd als de flits niet sterk genoeg is voor
het onderwerp.
Wanneer de sluitertijd snel is, zou het flitseffect niet voldoende kunnen zijn.
Het kan even duren om de flits op te laden als u opnieuw een opname wil maken. Maak de
opname nadat de toegangsaanduiding is verdwenen.
Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien
ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
1/30
¢1
tot 1/2000ste
1
¢1
op 1/2000ste
1 of 1/4e tot 1/2000ste
¢2
Œ
1
¢1
op 1/2000ste
1 of 1/4e tot 1/2000ste
¢
2, 3