Operation Manual

- 109 -
Gevorderd (Terugspelen)
U kunt tekst (commentaar) aan de beelden toevoegen. Nadat er tekst geregistreerd is, kan
dit in de afdrukken gezet worden m.b.v. [TEKST AFDR.] (P111). (Er kunnen alleen
alfabetische tekens en symbolen ingevoerd worden.)
Selecteer [TITEL BEW.] op het [AFSPELEN] functiemenu. (P24)
Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Op 3/4/2/1 drukken om tekst te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET] om te registreren.
Druk op [DISPLAY] om te schakelen tussen [A] (hoofdletters), [a]
(kleine letters) en [&/1] (speciale letters en nummers).
De cursor bij de invoerpositie kan verschoven worden naar links
met [L] en naar rechts met [
Z].
Om een spatie in te voeren, de cursor verschuiven naar [SPATIE] of om een ingevoerd
teken te wissen, de cursor verschuiven naar [WISSEN], en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Om te stoppen met bewerken op een willekeurig tijdstip tijdens het invoeren van tekst,
op [] drukken.
Er kan een maximum van 30 tekens ingevoerd worden.
Druk op 3/4/2/1 om de cursor te verplaatsen naar [EXIT] en druk
dan op [MENU/SET] om de tekstinvoer te eindigen.
Druk op [] om terug te keren naar het menuscherm.
¢
¢Het menuscherm wordt automatisch hersteld wanneer [MULTI] geselecteerd is.
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
[TITEL BEW.]
Selecteer het beeld en druk
vervolgens op [MENU/SET] om in
te stellen.
[] wordt afgebeeld voor beelden die al
opgenomen zijn met tekst in [BABY1]/
[BABY2] of [HUISDIER] naaminstellingen
in scènefunctie, [LOCATIE] in reisdag of
[TITEL BEW.].
Instelling [MULTI]
Op [DISPLAY] drukken om (herhalen)
in te stellen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken.
[ENKEL] [MULTI]
Op 2/1 drukken
om het beeld te
kiezen.
Druk op 3/4/2/1
om de beelden te
selecteren.
De instelling wordt geannuleerd wanneer [DISPLAY] nog een keer ingedrukt wordt.
1
2
3
4
5
6